Door: Kees Wijnen
Toen wij naar Frankrijk vertrokken, bleven onze 2 zoons in Nederland.
“Veel succes daar in Frankrijk, maar ik blijf hier” zei de oudste resoluut. De jongste, die ook al 24 was, had meer moeite met ons vertrek. Pico zag dit avontuur echter wel zitten. Onze ruwhaar teckel met zijn jachtinstinct zou een leven in 14 ha bos wel bevallen. En inderdaad, eenmaal gesetteld in Frankrijk was onze Pico permanent op rak! Iedere morgen rond een uur of tien kuierde hij op z’n gemakje het bos in en kwam pas weer terug als hij honger kreeg. Ook zagen we hem veelvuldig in de wei beneden ons, waar hij driftig aan het graven was. Je zag dan alleen nog z’n staartje boven het gras uit kwispelen.
“Die is weer naar mollen aan het graven” dachten we direct.
Als we een keer weg wilden, moesten we eerst Pico zien te vinden. Zat hij in het bos, dan kon je het schudden. Zat hij beneden in de wei dan riepen we hem. Je zag dan z’n koppie boven het gras even oprijzen, waarna hij meteen weer driftig verder ging met graven! Met een zucht gingen we hem dan maar weer halen.
Toen ik een keer in ons bos wandelde, ik was best wel een eind van huis, sprong er ineens een vos midden op het pad, verwilderd keek hij me aan en sprong weer de bosjes in. Even later spurtte Pico luid keffend het pad over, achter de vos aan. Hij zag me nog niet staan!
Zo had hij op z’n tijd ook een rat te pakken. Toen er een keer gasten aankwamen zag ik Pico achter ze doorlopen met een enorme rat in z’n bek. Ik manoeuvreerde de gasten onmiddellijk in een andere richting, terwijl Marjo Pico onopvallend weglokte. Weer later zagen we hem onder de eettafel doorschieten alwaar hij wederom een dode rat deponeerde! Godzijdank hadden de gasten niks in de gaten.
Op een dag was hij doodziek. Als je hem optilde, jankte hij alles bij elkaar. We vreesden voor een hernia, de beruchte teckel kwaal. Ik ging met hem naar de dierenarts. Nou ja, dierenarts, veearts zeg maar. We woonden in een schapengebied, dus dierenartsen hebben hier niet veel op met honden, katten en cavia’s. Ik zat dus in de wachtkamer. Een boer voor me was in discussie met de veearts.
“Het schaap is dood!” reclameerde hij “Kan ik die dure medicijnen teruggeven?” vroeg hij.
“Dus hij heeft het toch niet gehaald” zei de veearts. “Waar is het beest?”
“Hij ligt hierachter in mijn busje”.
“Oh, laten we dan meteen maar even kijken. Ik wil toch graag weten wat de doodsoorzaak was!”
Samen liepen ze naar buiten en deden de deuren van het busje open. En inderdaad, daar lag een schaap met z’n vier poten in de lucht!
De arts deed een schort om, pakte zijn mes en sneed het beest van keel tot staart open. Vervolgens begroef hij z’n armen tot aan zijn ellenbogen in z’n darmen en trok het hele zootje naar buiten.
“Ah, toch wat ik al dacht!” zei hij “Verdraaiing van de darmen met een stevige infectie als gevolg!”
Hij propte alles terug en deed het portier weer dicht. Even later, keek hij mij aan en vroeg met bebloede handen: “Kan ik u helpen?”
Lichtelijk onthutst liep ik met hem mee. Nadat hij zijn handen had gewassen en Pico onderzocht had, sprak hij het vermoeden uit dat Pico wel eens een nekhernia kon hebben.
“Ik verwijs u toch liever door naar de dierenkliniek in Toulouse, daar moeten foto’s van gemaakt worden.”
Pico is uiteindelijk aan zijn nek geopereerd en is wonderwel weer opgeknapt.
Op een gegeven moment viel het ons op dat Pico te dik begon te worden. Hij werd natuurlijk een dagje ouder. We moesten hem maar eens op dieet zetten. We zagen natuurlijk ook dat gasten hem graag wat toestopten. Dus wij vroegen al dat niet meer te doen.
“Ach, zo’n koekje kan toch geen kwaad”?!”
“Nou ja, maar als iedereen dat doet!”
Op een zekere dag kwamen kampeerders naar boven “Pico had al hun croissantjes opgegeten!”
“Oh jee, hoe kan dat nu toch?”
“Hij is vanmorgen onze tent binnengeglipt en heeft 5 croissanten gejat.”
Achter hen zag ik Pico al met een enorme pens en met moeite het pad omhoog waggelen!
Gaandeweg hoorden we meer verhalen van de strooptochten van onze teckel.
Toen ik een keer over de camping liep, betrapte ik hem. Hij was net bezig zich onder een tent door te wurmen en ik zag nog net zijn staartje al kwispelend onder het tentdoek verdwijnen.
Ik heb toen iedereen verzocht hem in de gaten te houden en etenswaar veilig op te bergen. De volgende dag vertelden gasten dat Pico hun doos met eieren had opengebroken en alle eieren had opgegeten.
Weer later heb ik voor de grap een verkeersbord neergezet met daarop de waarschuwing ‘CHIEN VOLEUR’ oftewel STELENDE HOND!
Later zag ik Pico demonstratief zijn poot oplichten tegen mijn bord!
Vlak voor we op vakantie wilden werd Pico ziek. Hij spuugde en at niet meer. Ik ging weer met hem naar de dierenarts. We hadden inmiddels een andere gevonden die wat meer gespecialiseerd was in de kleinere veestapel. Hij concludeerde dat onze hond een leverontsteking had en we keerden met een zak vol medicijnen huiswaarts. De buren zouden op hem passen tijdens onze vakantie. We vonden het best wel vervelend om hem ziek achter te laten. Toen we belden vertelden de buren dat hij opknapte.
Weer terug van vakantie pikten we hem weer op. De volgende ochtend kwam hij niet uit zijn mand. Hij zag er asgrauw uit.
“Oh Kees, kom hier, hij gaat dood!!”gilde Marjo.
Het beeske ademde nog nauwelijks en even later blies hij zijn laatste adem uit. Wij realiseerden ons met ontzetting dat Pico had gewacht tot we terug waren!! We hebben hem in z’n dekentje gewikkeld en begraven op zijn favoriete plekje in het bos.
Een jaar later begonnen we toch weer het gemis van een hond te merken. Ik zag op internet een foto staan van een schattig teckeltje van 7 maanden. Wij een afspraak gemaakt met de eigenaar. Na een rit van 200 km konden we zijn adres maar niet vinden. We belden hem op en hij vroeg waar we precies waren.
“Ik kom wel naar jullie toe.” Zei hij. En inderdaad, een half uur later kwam er een auto aangereden en stapte er een man uit met een droppie van een teckeltje in zijn armen.
Het beestje keek angstig om zich heen. We vonden het een hele rare bedoeling. Het leek net of we met een of andere drugsdeal bezig waren.
“Is hij wel helemaal in orde?” vroeg ik nog “laat hem eens even lopen.”
Nadat we de papieren hadden gecontroleerd, hebben we afgerekend en reden met onze nieuwe Pico naar huis. Wij hadden het vermoeden dat het een fokker was die teckels fokte voor de zwijnenjacht en dat dit exemplaar ongeschikt werd bevonden voor de jacht, te timide!
Het heeft dan ook even geduurd eer onze nieuwe Pico gewend was. Hij trok helemaal naar Marjo, van mij moest hij niks hebben. Hij was blijkbaar bang voor mannen. Pas nadat Marjo 2 weken alleen naar Nederland ging en Pico en ik samen waren, werden wij ook maatjes.
Heerlijk die ruwharige teckeltjes! Ik heb er drie! Opa(12), papa(6) en zoon(7mnd). Heel herkenbaar het bos-verhaal. Overal zie ik de gaten waar de zoektochten hebben plaatsgevonden…