Kees en Renée vertrokken naar Frankrijk met een droom en toen kwam corona…
Ze vertrokken naar Frankrijk, hun droom achterna. En Kees en Renée Graafland toverden een oude boerderij om tot een vakantiedomein. Maar corona stond natuurlijk niet in hun ondernemersplan. Een persoonlijk verslag van een spannend project.
Het gazon is kort geknipt en de vakantieappartementen spic en span. Kees (40) en Renée (38) zijn helemaal klaar voor het nieuwe seizoen. Maar de grote poort blijft dicht. Er zijn geen gasten die vakantie vieren, geen klinkende glazen, geen gejoel van kinderen. Het is stil op Mas Mialou.
Zet onder dit stukje tekst een stemmig muziekje en het zou zo een lekker dramatische aflevering van Ik Vertrek kunnen zijn. Je wrijft je in je handen en kruipt wat dichter naar de tv. Ha, zo ziet dat er dus uit, Zuid-Frankrijk in tijden van corona.
Lockdown
Het is de tweede week van mei. De lockdown die op 17 maart inging, is enigszins versoepeld. We mogen weer op pad zonder briefje met daarop adres en reden van verplaatsing. Er zijn wat meer winkels open, een kapper, een sportwinkel, de dinsdagmarkt start weer. En ook de basisschool van onze oudste heropent. Zeven van de 23 kinderen uit haar klas zijn present. De rest van de ouders durft hun kind nog niet naar school te sturen.
De dorpelingen proberen met mondkapjes en zonder zoenen en handenschudden om te gaan met een 1 metersamenleving. De versoepeling van de lockdown was voor de wilde zwijnen uit het bos blijkbaar het teken vannacht onze tuin te bezoeken en een deel van het veld om te schoffelen. Ik ontdek twee gaten in het gaaswerk en repareer ze. De natuur gaat zijn eigen gang en is sowieso geëxplodeerd in de voorbije weken. Hitsige vogeltjes kwetteren ons ’s ochtends wakker. ’s Nachts zingen de nachtegalen door.
We hebben alle tijd ons te verwonderen over die natuur. Al zestig dagen zitten we vast op ons eigen domein. We houden ons aan, zoals de Fransen zeggen, le confinement, ‘de insluiting’. ,,We moeten thuisblijven, want de ziekte is buiten’’, zeggen onze dochters Mia (6) en Lou (4).
Op donderdag 12 maart werd ie aangekondigd. De directeur van Mia’s school stapte het plein af en klampte her en der ouders aan. ,,We gaan volgende week dicht.’’ Het was bijzonder dat hij het zei. Vaak staakten de leraren in de maanden daarvoor en dan hoorde je niks. Ja, soms van andere ouders op het plein: ,,Morgen is er geen school, hè: c’est la grève.’’
Nu was het menens. President Macron vergeleek de strijd tegen het coronavirus met een oorlog. De zaterdag erna gingen alle cafés en restaurants dicht. Maandag volgden inderdaad de scholen. We gingen met z’n allen in isolement en het werd stil.
Renoveren
Zo stil is het nog niet geweest in de tijd dat we hier nu wonen, in een typisch Frans dorpje, aan een typisch Frans riviertje in een typisch Franse omgeving. We bezochten vier jaar geleden een oude boerderij die te koop stond. De eigenaar was terminaal en lag op bed. Ik herinner me dat ik de kamer bekeek en hem een klamme hand gaf. Zijn jongere vrouw (‘trouw nooit een oudere man’, had ze de verpleegster van haar echtgenoot toevertrouwd) keek over onze schouder mee terwijl wij op onze beurt bekeken of het pand zich leende voor het vervullen van onze droom: het creëren van een mooi vakantiedomein met verschillende appartementen die we aan toeristen kunnen verhuren.
Sindsdien werken we non-stop. De eerste twee jaar na de koop woonden en werkten we nog in Nederland. Ik als journalist, Renée als recruiter bij een ict-bedrijf. Elke vakantie die we hadden, reisden we naar het zuiden, twee kinderen achterin en een aanhanger achter de wagen. Twee jaar geleden sprongen we in het diepe, we emigreerden. We kapten en snoeiden, braken af en bouwden op, leerden mensen kennen, maakten nieuwe vrienden. We genoten volop van het buiten zijn en het Franse, bourgondische leven.
Toegegeven, het ging niet vanzelf. Het renoveren is fysiek zwaar. Mijn onderrug zeurt, een elleboog kraakt, mijn linkerknie schreeuwt het hardst van allemaal. We praten veel over werk en proberen daarbij ook oog te houden voor het gezin (,,Mia als jij nu die hark pakt dan kunnen we samen harken’’, ,,Lou, kijk uit. Niet op je blote voeten. Daar liggen spijkers’’). Alles wat we hebben zit in dit project.
Maar het harde werken loont. We realiseren onze ideeën (zij het met vertraging) en de verhuur liep al snel goed zonder dat we echt reclame maakten. Problemen werden vergeten. ,,Weet je nog die loodgieter die nooit meer van zich liet horen’’, kan Renée er inmiddels om lachen. ,,Hij had alleen wel een essentieel rubbertje van het toilet meegenomen…’’, antwoord ik dan. We moesten de hele wc-pot vervangen.
Ver-van-ons-bedshow
Alles wees erop dat 2020 een topjaar zou worden voor Mas Mialou. Veel gasten bezochten ons al in januari en februari. Het regende reserveringen van Fransen, Duitsers, Nederlanders en Belgen. Het coronavirus leek nog een ver-van-ons-bedshow.
Maar toen gingen de scholen dus dicht. Het hele land op slot. In de weken die volgden, regende het annuleringen en werden evenementen afgelast. In april begint in ons dorp normaal het drukkere seizoen. Er is dan een folklorefestival, een internationale autorally, het stoomtreintje gaat weer rijden en zorgt in de zomer voor een gestage stroom toeristen die de markten bezoekt.
Nu niks van dat alles. De terrassen zijn dicht, de rolluiken naar beneden. Het treintje staat stil. Geen getuf, geen fluitje naar de kinderen als hij langsrijdt. Na zestig dagen isolatie is alle structuur verdwenen en lijken alle dagen hetzelfde.
Het enige ritme zijn de kinderen die drie keer per dag vragen om op de trampoline te gaan: ,,Ah pap, kom op, je had het beloofd!’’ In de ochtend proberen we hun huiswerk te doen. Al twee maanden zoeken we paaseieren, maken we schatkaarten en doen we potjes Memory. Met vriendjes spelen mag niet. We doen achterstallig onderhoud. De tuin was nog nooit zo strak, er zijn geen lekkende kraantjes meer, de babykamer is bijna klaar.
Veel dingen die het leuk maken in een Frans dorp te wonen, zijn weggevallen. Met vrienden naar de rivier om er te barbecueën en zwemmen. We appen, maar zien elkaar niet. Spontaan langswippen bij de bejaarde buren voor een glas wijn, dat daarna steevast uitmondt in een driegangendiner. Het kan even niet. We doen wat boodschappen voor ze, ik maai hun gras, maar we houden afstand.
Ik volg een begrafenis in Nederland via een livestream, het huiswerk wordt een sleur en op de trampoline gaat het er elke dag een beetje harder aan toe. Het is nu ruim 20 graden, de chocolade-eieren worden zachter en de kinderen weten na vijftig keer zoeken alle verstopplekjes wel.
Let wel, we klagen niet. Renée en ik zijn ook gewoon maar ouders die hun best proberen te doen. We zitten opgesloten in een klein paradijs, ons eigen paradijs, dat realiseren we ons wel. We zijn gezond, het allerbelangrijkste. We hebben een grote tuin, grenzend aan een bos. De kinderen spelen buiten, we laten de hond uit en beleven ‘avonturen’.
We leren elkaar opnieuw kennen. De laatste tijd liggen we ’s nachts vaak wakker. Onze kleine Fée houdt ons op. Ze is het vijfde gezinslid, de hond niet meegerekend. Eind april geboren, via een keizersnede in een Frans ziekenhuis met allerlei beperkende maatregelen. We hopen dat zij in haar leven nooit rekening hoeft te houden met een distance sociale.
Onzekere tijden
Verder zijn we ook kleine ondernemers die nadenken over hun toekomst in deze onzekere tijden. We hebben voor een deel ons Nederlandse werk nog, dat we meenamen toen we dit avontuur begonnen, en dus niet de financiële stress die veel ondernemers hier wel hebben. In de lente en zomer moeten zij hun centen verdienen.
Pas in juni gaan restaurants en cafés in Frankrijk weer open. De grenzen blijven tot zeker 15 juni dicht. In hoeverre de grenzen dan open gaan voor toeristen, is nog onduidelijk. Voorlopig staan alle reserveringen voor onze appartementen vanaf half juni nog in de agenda. Veel Fransen, dus dat lijkt gunstig. Ook hebben we het voordeel appartementen met eigen keuken en toilet aan te bieden. Maar wat als de reisbeperkingen grotendeels blijven gehandhaafd? Of nog erger: Wat als er een tweede coronagolf uitbreekt? Het blijft spannend, we hebben het niet in eigen hand.
Foto’s © Kees Graafland