De staaroperatie

Door: Kees Wijnen

Ik kan niet anders zeggen, dan dat op medisch gebied alles in Frankrijk heel grondig en gedisciplineerd geregeld is en er niets aan het toeval overgelaten wordt. Zo had mijn oogarts vastgesteld dat mijn beide ogen staar hadden, het linker meer dan het rechter.
“Mr. Vignèn, zoals het er nu voorstaat kan ik u niet meer auto laten rijden!” zo luidde het vonnis van de oogarts.
Dus noodgedwongen toch maar besloten er iets aan te laten doen. De oogarts die de operatie zou uitvoeren, vertelde na een oogmeting dat ik -8 had, stekeblind dus, en dat hij dat kon corrigeren naar -3. Ik zou dus een bril blijven houden. Dat vond ik niet zo erg, omdat ik al sinds mijn twaalfde brildragend ben en dus een aardig ‘uilengezicht’ heb ontwikkeld. Het secretariaat maakte alle papieren in orde. Eerst moest ik naar de tandarts.
“De tandarts?? Voor een staaroperatie??”
“Jawel, u heeft een verklaring nodig dat U geen verborgen ontstekingen heeft in uw mond, dit kan complicaties geven!”
Een afspraak bij de anesthesist werd ook ingepland.
“Waarom moet ik daar ook al naartoe?? Ik krijg toch geen narcose??”
“Nee, u krijgt oogdruppeltjes, maar u moet toch de anesthesist bezoeken!”
“OK” zei ik, ik had mijn lot alweer volledig in de handen van de medische wetenschap gelegd.
“Ook moet er een PCR test gedaan worden”.
Daar had ik dus helemaal geen trek in!! Zo’n wattenstaaf in je hersens zag ik niet zitten!
Ook kreeg ik recepten voor oogdruppels en Betadine. Drie dagen lang moest ik druppelen en de dag voor de ingreep moest ik mij grondig met die “heerlijk geurende” Betadine wassen. Daar had ik nog een trauma aan overgehouden van een vorige ingreep.

Op de dag van de operatie leverde Marjo mij af bij de afdeling “Chirurgie ambulatoire”. Na het ondertekenen van ik weet niet hoeveel formulieren waarmee ik zo’n beetje afstand deed van al mijn rechten, nam een verpleegster mij mee naar de ‘intake’ kamer. Daar kreeg ik oogdruppels en een pilletje om ‘rustig’ te worden, bloeddruk opgemeten en getemperatuurd. Vervolgens moest ik mij in een hokje piemeltjenaakt uitkleden en een papieren pyjama aantrekken. Na een half uur werd ik in een rolstoel naar de preparatiekamer gebracht en werd ik op een brancard overgeladen en voorzien van een heel assortiment attributen bestaande uit ecg, infuus en andere onduidelijke klemmen en draden. Na weer een half uur werd ik uiteindelijk de operatiekamer ingereden. Daar werd het linkeroog verdoofd met druppels en zag ik alleen nog maar felle lichten in alle kleuren van de regenboog. Na wat geruststellende woorden van de oogarts begon hij met de behandeling. Het deed helemaal geen pijn, maar plezierig was het ook niet. Na een kwartier werd ik weer afgevoerd met een doorzichtig kapje over mijn oog. Ik zag alleen maar watten. Nadat ik op de verkoeverkamer weer was ontdaan van alle draden, naalden en klemmen, werd ik met de rolstoel weer teruggereden naar waar het allemaal begon.
Marjo kwam me weer ophalen en eenmaal thuis ging ik eens kijken wat ik nu eigenlijk nog zag. Ik had aan het behandelde oog nauwelijks pijn, hooguit het gevoel dat er wat zand in je oog zat. Ik zag alles best wel wazig, maar daar hadden ze me voor gewaarschuwd. Na een uurtje of wat werd het zicht merkbaar beter. Op een gegeven moment zag ik zonder bril met mijn behandelde oog beter dan mijn niet behandelde oog met bril! Met name de kleuren waren veel briljanter.
Ter illustratie, zo ongeveer als de foto’s hierboven. De linker foto is gemaakt met mijn behandelde linkeroog, de andere foto met het nog niet behandelde rechteroog.
Dat was een bijzondere ervaring. Ik dacht: “Wat is die lucht idioot blauw en de bomen zo groen!!

Over een maand zou mijn rechteroog aan de beurt zijn. Er volgde een lastige periode. Moest ik mijn bril nu op of af doen? Ik zag in beide gevallen met één oog alles scherp en het andere oog alles wazig.
De operatie van het rechteroog was identiek en verliep eveneens op rolletjes. Nu moest ik nog een maand wachten eer ik mijn definitieve bril kreeg. Dus weer een maandlang aanschouwde ik de wereld door een vloeipapiertje. Uiteindelijk, na een oogmeting bij de oogarts, kon ik dan eindelijk naar de opticien voor een nieuwe bril. Ik was nog niet helemaal content met mijn nieuwe ogen. Als ik naar beneden keek, begon het me te duizelen. “Wennen aan de nieuwe bril” dacht ik. Maar na een paar maanden duizelde het me nog steeds. Verder was het leesgedeelte veel te groot. Maar eens terug naar de opticien. Nadat hij mijn bril nog eens nagemeten had, zei hij “U heeft de allergoedkoopste glazen voor uw bril uitgezocht. Geen wonder dat u duizelig wordt!”
“Allergoedkoopste glazen?” zei ik verbaasd “We hebben helemaal niet gesproken over goedkope of dure glazen! Deze heeft u me geadviseerd!”
“Wat vreemd” zei hij “Ik adviseer u toch betere glazen te nemen.”
Hij heeft me toen betere glazen aangeboden. Ik hoefde gelukkig alleen de meerprijs te betalen. De nieuwe glazen bevielen een stuk beter.

Volgende artikel

Vorig artikel
Volgend artikel

Verwante berichten