Door: Kees Wijnen
Ons kwam ter ore dat de varkensboer in het dorp boven op de heuvel een vergunning had aangevraagd om zijn varkensstal van 600 varkens uit te breiden naar een megastal van 6.500 fokvarkens! Je begrijpt, we schrokken ons wild. Die stal was hier nog geen 4 km vandaan! Maar eens bij de buren geïnformeerd.
“Ja, dat klopt. Gelukkig krijgt hij die vergunning niet zomaar. Er volgt eerst een enquete, waarbij iedereen bezwaar kan aantekenen”.
Stel je voor, 6500 varkens!! Een volwassen varken produceert net zoveel poep en pies als 2 à 3 mensen. Een megastal van 6.500 varkens komt dus overeen met een stad van 20.000 inwoners.
Één stal die net zoveel troep produceert als 20.000 mensen en waarschijnlijk nog meer aan grondstoffen, waaronder schoon water, consumeert!!
Later hoorde ik dat het probleem inderdaad de mest was en met name; waar laten we de zooi. De omliggende boeren hadden er wel oren naar. Hen werd een jaar lang gratis varkensmest toegezegd. Een rekensom leerde dat er ongeveer 1.200 Hectaren bouwland nodig waren om voldoende mest uit te kunnen rijden!! De onrust nam dan ook zienderogen toe in ons anders gezapige Franse boerenland.
Die 1200 ha waren een tijd later gevonden. Een groot aantal boeren had zich ingeschreven en wilde maar wat graag gratis mest hebben. Er waren 4 communes betrokken bij het hele project. Op ieder gemeentehuis lag een informatiemap klaar waar de omwonenden zich mee op de hoogte konden stellen.
Ik ging dus maar eens kijken. Toen ik binnenkwam werd er al druk gediscussieerd. Op tafel lagen keurig netjes een aantal mappen klaar. Het voelde aan alsof ik een condoleanceregister kwam tekenen. In de map zat o.a. een keurig lijstje van boeren en hoeveel bouwland zij beschikbaar hadden gesteld voor de “épandage” van de drek. Kadasterkaartjes zaten er keurig netjes bij. Het leek allemaal, zo op het eerste gezicht, reuze mee te vallen. Ik ben toen ook eens naar het volgende dorp gegaan. Daar hetzelfde ritueel. Keurige map met een lijstje van alle boeren. Maar dat lijstje was anders dan in het vorige dorp, zo ook de kadasterkaartjes!
“Ja, dat klopt, dit is een lijst van de boeren in deze commune” legde de burgemeester mij uit.
“Ok!” dacht ik “Dat is slim. Door het over de vier communes te verspreiden lijkt het een stuk minder heftig”. Ik heb toen foto’s gemaakt van alle kadasterkaartjes en deed hetzelfde in de drie andere dorpen. Vervolgens heb ik alle kavels in Google Earth ingekleurd. Toen werd pas goed duidelijk wat voor catastrofale impact dit op onze leefomgeving zou gaan hebben. We zaten dus letterlijk midden in de stront!!! Ik heb toen mijn kaartje tig keer uitgeprint en uitgedeeld. Zie hieronder; de paarse gebieden zijn de velden waar de poep opgespoten zou worden en de blauwe lijntjes zijn alle beken en stroompjes die het gebied doorkruisen.
Iedereen schrok zich een ongeluk! Het was klip en klaar wat voor bodemvervuiling dit met zich mee zou brengen. Stel je voor, al die antibiotica, hormonen, pesticiden en alle andere troep die af zouden zinken en zich zouden vermengen met het grondwater!! En dan hadden we het nog niet over de stank en de overlast van vracht -en veewagens die varkens afvoeren en veevoer aanvoeren!
Toen brak de pleuris pas echt uit! De bezwaarschriften stroomden binnen bij de gemeentehuizen en iedereen eiste een hoorzitting met inspraakrondes. Er ontstond een heuse burgeroorlog met aan de ene kant de lokale boeren en aan de andere kant de “buitenlanders”. De buitenlanders waren in dit geval de Nederlanders, Belgen en Engelsen, maar vooral de Fransen die niet uit deze streek kwamen. In onze groep ontstond een bijzondere vorm van saamhorigheid teneinde een stevig front te vormen tegen de boeren.
Tijdens voorlichtingsavonden werd door de voorstanders vooral gewezen op de werkgelegenheid en wat voor unieke kansen dit zou bieden.
“Ach, schei toch uit met je werkgelegenheid!” schreeuwden de tegenstanders. “Op dit soort stallen werken hooguit 4 à 5 mensen!”.
De sfeer werd steeds grimmiger. Boeren die plotseling niet meer met hun buren praatten en ze met de rug aankeken, verwensingen en achterklap. Mensen die met mekaar op de vuist gingen! Een boerenfamilie dreigde hun kinderen van school te halen, zodat het dorpsschooltje, dat net aan de rand zat van hun minimum leerlingen quotum, zou moeten sluiten en dat allemaal omdat de juf fel tegenstandster was. De boerin van de varkensfokker reed zelfs een keer in op een groepje “buitenlanders” die nog maar ternauwernood weg konden springen. Ik begon me een beetje schuldig te voelen over wat ik had aangericht met mijn kaartjes!
Ook werd steeds meer duidelijk hoe de constructie in elkaar stak. De varkensfokker had zich door de grote supermarktketen Carrefour en enkele grote slachterij consortiums laten verleiden stevig te investeren in zijn varkensbedrijf. Hij kon Europese subsidies krijgen en drie miljoen euro lenen tegen zeer gunstige voorwaarden. Binnen enkele jaren zou hij schatrijk zijn, zolang hij maar vlees kon leveren beneden de € 2,50 de kilo. Wij hoorden al dat Frankrijk varkensvlees uit Polen en Roemenië importeerde voor € 2,20 de kilo. Maar ja, dat was niet “Produit de France”. Ook had Carrefour een slechte naam met het afsluiten van dit soort wurgcontracten.
Uiteindelijk zag de boer af van zijn megaplannen en keerde de rust weder. Een paar jaar later hoorde ik dat de varkensfokker door een wetswijziging zonder procedures mocht uitbreiden naar 1200 varkens.