Door: Kees Wijnen
Fransen staan erom bekend te genieten van het leven en te leven als een Bourgondiër. Ook is bekend dat ze chauvinistisch zijn als het gaat om de Franse cultuur en om hun patrimoine en ook dat ze een kort lontje hebben zodra er aan hun verworven rechten getornd wordt. Frankrijk wordt niet voor niets veelvuldig geplaagd door stakingen. Waar er in Nederland eerst gepraat en geprotesteerd wordt, wordt de staking als uiterste redmiddel ingezet. In Frankrijk is dat andersom. Wordt er aan hun rechten gesjoemeld dan gaat direct de boel plat. Ze schromen er ook niet voor meteen flink de beuk erin te gooien.
Zo werden een keer bij een staking bij de EDF, het Franse elektriciteitsbedrijf, enkele departementen 2 dagen zonder stroom gezet! Dat zou in Nederland totaal ondenkbaar zijn. Dus, er wordt eerst gestaakt en dan gaat men om de tafel.
Ook in het verkeer hebben de Fransen zo hun nukken. Geef je bijvoorbeeld een keer geen of te laat voorrang dan wordt er direct geclaxonneerd of gaat de wijsvinger naar het voorhoofd. Ik krijg wel eens de indruk dat Fransen anderen graag de les lezen wanneer je de wet overtreedt.
Je hoort Nederlanders nog wel eens zeggen: “Frankrijk is een geweldig mooi land, er zouden alleen geen Fransen moeten wonen”. Ik ben het totaal niet eens met deze stelling, maar ik begrijp het wel een beetje.
In de vakantieperiode worden populaire gebieden zoals de Ardeche, de Dordogne of de Provence overspoeld met toeristen. Het normaal zo rustige en gezapige Franse dorpje verandert plotseling in een kolkende grote stad met files, wachtrijen bij de kassa, luidruchtige toeristen en andere geneugten. Geen wonder dat Fransen dan wel eens een beetje agressief kunnen reageren.
Zo waren een keer gasten van ons een uitstapje aan het maken. Aan het eind van de dag kwamen ze terug, helemaal overstuur en tranen met tuiten. “Hemeltje lief” dachten wij “wat is er in hemelsnaam gebeurd??!!”
Na een kopje koffie en nadat ze weer op adem gekomen waren, kwam het verhaal eruit:
”We reden op ons gemak langs de rivier te genieten van het uitzicht. We kwamen bij een brug met één rijstrook. Wij hadden het voorrangsbord aan onze kant. Aan de overkant zagen we een auto plankgas aan komen rijden en de brug oprijden. Ver over de helft kwamen we elkaar tegen. De Fransman gaf geen krimp en bleef gewoon staan. We zijn toen maar achteruit gereden.”
“En toen?” vroegen we.
“Nou ja” zei Marianne “toen hij voorbij reed gaf ik hem mijn middelvinger, de zakkenwasser!!”
“Oeps” dachten wij “en toen?”
“We reden weer verder en in de achteruitkijkspiegel zagen we hem al keren. Aan de overkant van de rivier zat hij pal achter ons, claxonnerend en met zijn lichten knipperend. Doodeng.
Hij scheurde ons voorbij, trapte boven op zijn rem en stapte uit. Vloekend en tierend liep hij op ons af. Ik draaide mijn raampje open om hem tot kalmte te manen. Hij greep me echter bij de keel en schudde me door elkaar onder een stortvloed van verwensingen waar ik natuurlijk niets van verstond.
Mijn man bemoeide zich ermee, waarop hij naar de andere kant van de auto liep onderweg tegen onze auto schoppend en trappend. Hij liep terug naar zijn auto en kwam weer terug deze keer wild zwaaiend met een honkbalknuppel. We stierven van de schrik. Oh, mijn god!! Gelukkig bleef het bij intimiderend gezwaai. Op een gegeven moment bond hij in en stapte weer in zijn auto en ging er met piepende banden vandoor.”
Heftig verhaal. We zeiden dat die middelvinger wellicht niet zo heel handig was en ze het voorval maar snel moesten vergeten en weer moesten genieten van hun vakantie.
Later vertelden we het hele verhaal aan onze Franse buren en die zeiden: “Tja, bij ons is een middelvinger de ergste belediging die je je maar voor kunt stellen, zeker wanneer die door een vrouw wordt opgestoken”. Ze vonden ook dat het gedrag van deze meneer echt niet kon.
Al met al; steek dus nooit je middelvinger op . . .