LOTgenoten

Bonje op de camping

Door: Kees Wijnen

Er arriveerden twee Nederlandse gezinnen, eentje met, de andere zonder kinderen. Ze hadden drie weken gereserveerd. Het gezin met kinderen, ik zal ze Maurice en Karen noemen, waren erg uitbundig.
“Hallo” riep Karen en ging meteen met de jongste spruit op de grond in het grind zitten.
“Dit zijn Paul en Joep, die zijn van Marcel, Jannie is van mij en deze dondersteen, Chrisje is van Maurice en mij samen”.
“Ok” dachten wij. We vermoedden al met een samengesteld gezin te maken te hebben.
Chrisje worstelde zich los en stevende vastberaden af op onze bloemborders.
Het andere gezin stond er een beetje beteuterd bij en zei niet zo veel. We wisten niet of het familie was of vrienden. Een tijdje later trok het hele gezelschap naar beneden om de tenten op te zetten. Alleen Chrisje was nergens te zien.
Een tijdje later ontwaarde Marjo Chrisje midden in de bloemenborder en driftig bezig was alle planten in onze zorgvuldig aangelegde borders plat te stampen. Marjo liep eropaf en trok het knaapje aan zijn armpje uit de planten.
“Wat doe jij nou?? Mag je dat thuis ook of zo?? Dat mag je niet meer doen hoor! Pas op hè!!”
Chrisje rende met een bibberlip het pad af naar z’n moeder. Even later kwam Karen naar boven.
“Hoi Marjo. Wat is er gebeurd? Chrisje is helemaal overstuur!”
Marjo legde uit wat er gebeurd was.
“Ok, dat mag hij natuurlijk niet doen. Maar wil je hem dan niet meer uitschelden, dat is hij niet zo gewend, weet je!”.
“Ik heb hem echt niet uitgescholden hoor, alleen gevraagd of hij daarmee wilde stoppen”.
De toon was in ieder geval gezet.

De dagen die volgden waren een aaneenschakeling van incidenten, overlast, hoog oplopende ruzies en klagende gasten; één grote catastrofe! Er was constant bonje op het kampeerveldje. Het leek zich voornamelijk te concentreren rond Karen en Chrisje. Het manneke was inderdaad erg druk, typisch een “Alle Dagen Heel Druk” ventje, zeg maar. Karen leek echter als een rode lap te werken op Chrisje.
Ik informeerde al eens terloops bij de andere gasten of ze er geen last van hadden.
“Nou het gaat wel hoor. Weet je, als Chrisje alleen is, is er niets aan de hand, maar als Karen in de buurt is, gaat het helemaal mis. Ze kan het manneke geen minuut ongemoeid laten. Wil je een snoepje Chrisje, hier heb je wat chipjes, kom dan doen we een spelletje, terwijl het knaapje al lief aan het spelen is!. Zo gaat het maar door!”

Het gezin had ook de onhebbelijke gewoonte ’s morgens om 7 uur met z’n allen hun intrek te nemen in het sanitair gebouw, dat niet ver van de gastenkamers ligt.
Daar was het steevast geruzie, gehuil, geschreeuw en gedoe, met als gevolg dat alle gasten in de Chambres d’Hotes wakker werden. Ik had al eens gevraagd of ze wat later wilden komen en het idee geopperd om niet allemaal tegelijk te komen. Dat bleek geen haalbare kaart. Iedere morgen weer hetzelfde tafereel.
Het andere gezin, die het zich allemaal lieten welgevallen? Geen enkel probleem.
Ik had een gesprek met ze:
“Zijn jullie familie van elkaar?”
“Nee, helemaal niet”
“Vrienden dan?”
“Nee ook niet. We hebben elkaar ontmoet op een verjaardagsfeestje en we vertelden dat we in Frankrijk gingen kamperen. We lieten ze wat foto’s zien van jullie camping”.
Karen was dolenthousiast “Oh wow, Kijk eens Marcel, wat leuk!! Zullen we samen gaan? Dat lijkt me super!!”
“We durfden dat zo gauw niet te weigeren. We zijn dus met z’n allen gegaan”

Een paar dagen later, was er ’s morgens om 7 uur weer slaande ruzie in het sanitair. Alle gasten weer wakker. Dit ging niet meer. Hier moesten we wat aan doen. Ik stapte naar ze toe en zei resoluut:
“Beste mensen, dit kan zo niet langer. Dit wordt, en voor ons en voor jullie geen leuke vakantie meer. Ik wil jullie verzoeken morgen de camping te verlaten. We zijn er klaar mee!!”
Het was meteen doodstil en ze keken elkaar ongelovig aan!
“We weten dat we wat rumoer maken, daarom hadden we nu juist een kleine camping uitgezocht!”
“Dat is dan een verkeerde keuze” zei ik. “Je had beter naar een grote camping kunnen gaan, waar het minder overlast geeft”.
“Ja maar, waar moeten we nu naartoe? “
“Zoek een andere camping” zei ik “Er zijn er genoeg hier in de buurt. In het dorp heb je een heel mooi terrein, aan de rivier, hartstikke leuk” Ik heb ze nog een paar andere adressen aan de hand gedaan.
“en onze aanbetaling dan” schreeuwden ze verontwaardigd”
“Krijg je allemaal terug, geen probleem. Als jullie morgen maar vertrekken!”
“Ok, dan gaan we vandaag maar een andere camping zoeken. Dat moet dan maar!”
“Heel fijn” zei ik opgelucht in de hoop dat ik weldra van het stel verlost zou zijn.
Aan het eind van de dag kwamen ze opgetogen terug. “Nou we hebben een camping gevonden hoor!”
“Geweldig” zei ik enthousiast “en naar welke camping gaan jullie?”
“We weten niet meer precies hoe hij heet, maar hij ligt hier pal achter bovenop de heuvel. We zijn er even geweest en we kunnen terecht!”
“Oh nee hè!!” dacht ik “Dat is de camping van onze vrienden. Hoe hebben ze dat voor elkaar gekregen??”
Ik belde ze meteen op om de hele situatie uit te leggen.
“Weet wel dat ik ze echt niet naar jullie gestuurd heb, hoor” benadrukte ik.
“Ah joh, maakt niet uit, het is goed dat ik het weet en dat je me gewaarschuwd hebt. Ik zet ze wel apart en een eindje uit de buurt. Komt goed!”
Opgelucht hing ik op. Een pak van m’n hart!
De volgende dag waren ze, om zes uur ’s morgens notabene, met veel herrie, met heel veel herrie aan het opbreken. Iedereen was wederom wakker. Ze vroegen of ze één tent even mochten laten staan. Hij ging niet meer in de auto. Die kwamen ze morgen dan wel halen.
“Allemaal prima” dacht ik “als ze maar opdonderen” Even later vertrokken beide gezinnen en waren we eindelijk van deze nachtmerrie verlost.

De volgende ochtend kwamen Marcel en Karen met alle kinderen bij zich weer ’s morgens om 6 uur het kampeerveld oprijden om het tentje op te halen. Terwijl ze de tent inpakten zetten de kinderen alles weer op stelten. Uiteindelijk reden ze al toeterend van ons terrein af.
Een paar dagen later hoorde ik van onze buren dat het bij hen eveneens geen pretje was. Het tweede gezin was na een dag alweer met slaande ruzie vertrokken.

Volgende artikel

Mobiele versie afsluiten