Blog: Ambassadeur Jan Versteeg update: 20 dec

Even eruit

Ik had gezegd even uit de lucht te zijn, maar kan toch de verleiding niet weerstaan om wat belevenissen van de afgelopen week te delen die in verschillende mate met Nederland, Frankrijk en/of onze gedeelde geschiedenis maken hebben.

Allereerst de zaterdagochtend. Voordat we de jumelage tussen Kapelle (Zeeland) en Orry-la-Ville (Oise) gingen vieren, waren we uitgenodigd op het kasteel van Chantilly, de trots van de streek waar Orry in ligt. Ik neem aan dat veel Frankrijkliefhebbers het al kennen, het enorme landgoed ligt op een kwartiertje van snelweg A1 die de meesten van ons nemen op weg naar Parijs of het Zuiden. Chantilly is lang het stamslot geweest van de vermaarde Condé-familie, onder meer bekend vanwege de veldheer Le Grand Condé, die zowel rivaal als dienaar van Lodewijk XIV was. Aan zijn heldendaden is op Chantilly een hele galerij gewijd, die herinneringen oproept aan de Spiegelzaal van Versailles. In de 19de eeuw liet Henri d’Orleans, zoon van Koning Louis-Philippe (en broer van België’s eerste koningin Louise) het na de revolutie gedeeltelijk vervallen kasteel grootscheeps verbouwen om er zijn uitgebreide kunstcollectie in onder te brengen. Toen D’Orleans kinderloos stierf, schonk hij het kasteel en de ongelooflijke verzameling schilderijen aan het Institut de France, dat het geheel toegankelijk houdt voor het publiek. Het landgoed, dat ook een internationaal mekka voor de paardensport is, is na Versailles het grootste van Frankrijk. De schilderijencollectie hoeft alleen het Louvre voor te laten gaan. Er hangen zelfs schilderijen van Van Ruisdael, Van de Velde, Van Mierevelt en Scheffer. Ik snap eigenlijk niet waarom ik nooit eerder even afslag 8 (Senlis, Chantilly) heb genomen.

Na dit vroege en frisse museumbezoek togen we naar de ‘mairie’ van Orry-la-Ville. Daar werd een bord onthuld met het verhaal van de jumelage tussen de twee dorpen die allebei een belangrijk oorlogskerkhof kennen. In Kapelle liggen 228 Franse militairen begraven die in Nederland sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Orry rusten 114 Nederlanders die in Frankrijk het leven lieten in de strijd tegen de Duitse bezetter. Na de onthulling van het bord liepen we in optocht achter de lokale fanfare aan naar de ‘salle des fêtes’ voor enkele toespraken en de plechtige ondertekening van het jumelage-akkoord. Kleinschalige, maar betekenisvolle contacten van mens tot mens tussen twee landen die veel delen.

Daarna ben ik rechtstreeks naar Nederland gereden voor de 85-ste verjaardag van mijn moeder. En daarna: vakantie! Zondag waren we in Leeuwarden om nog eens het prachtige Keramiekmuseum De Princessehof te bezoeken. Daarna door naar Hamburg, waar we de Franse pianist Jean-Yves Thibaudet zagen optreden in de ongelooflijke Elbphilharmonie, met Ravel en Saint-Saëns op het programma.

De dag erna bezochten we onder meer het ‘Mahnmal St. Nikolai’ waar stil wordt gestaan bij de bombardementen op Hamburg van juli 1943 waarbij meer dan 35.000 mensen omkwamen en 900.000 mensen de stad ontvluchtten. Maar er wordt vooral ook aandacht besteed aan de context hiervan: de Nazi-dictatuur, de sloop van de Duitse rechtsstaat en de door Hitler geëntameerde terreuroorlog die onder meer tot de vernietiging van Rotterdam in 1940 leidde. Indrukwekkend hoe de Duitsers zeker stellen dat dit nooit vergeten wordt.

Na ook nog wat stadse kerstsfeer te hebben opgedaan in Hamburg, hebben we het stuur weer naar Nederland gedraaid. We hebben de auto op de kade in Harlingen geparkeerd en zijn op de avondboot naar Terschelling gestapt. Parijs is een heerlijke stad om te wonen. Maar als je ook houdt van rust, wind en zee, dan is zo’n Waddenbezoek toch wel een hele goede manier om even een onderhoudsdosis te halen. Laat nu de Kerst maar komen. Nogmaals goede Feestdagen!

Jan Versteeg

 

Boot, Belle en Kapelle

Deze week weer even de regio in. Ik schrijf vanuit de trein op de terugreis naar Parijs vanuit Cherbourg waar ik met mijn Franse collega François Alabrune, ambassadeur van Frankrijk in Nederland en defensie-attaché kolonel Peter van Sorgen op bezoek was. We bezochten de scheepswerf van Naval Group waar de 4 nieuwe onderzeeboten van de ​Nederlandse marine in elkaar gezet zullen worden. Het gaat om een megaproject waarbij Naval Group samenwerkt met de Nederlandse industrie. Het is een win-win constructie: voor Naval zijn de Nederlandse bedrijven interessante partners omdat er ook in Nederland een traditie van onderzeebootbouw is, en voor Nederland is het een manier om op dit gebied een hoog technologisch niveau vast te houden. Het was buitengewoon indrukwekkend om een kijkje te nemen op de werf die al sinds 1899 duikboten bouwt, en waar er op dit moment 4 in aanbouw waren. Onderzeeërs horen bij de meest ingewikkelde apparaten die de mens kan bouwen, heel veel high tech systemen op een heel klein oppervlakte met extreme veiligheidseisen. Het was ook mooi om het enthousiasme van de mensen van Naval mee te maken: men heeft de Nederlandse onderzeebootdienst – die net als de Franse wereldwijd opereert – hoog zitten en kijkt ernaar uit om samen de nieuwste generatie boten te ontwikkelen.

Dan even terug naar het begin van de week die weer zeer gevarieerd was. Eens per jaar organiseert de consulaire afdeling – die hulp biedt aan Nederlanders in het buitenland – een dag waarbij we al ‘onze’ consuls in Parijs uitnodigen. Zoals u weet bestaat er een netwerk in heel Frankrijk van deze “supervrijwilligers”, vrouwen en mannen die onbezoldigd de Nederlandse staat vertegenwoordigen en bepaalde soorten assistentie bieden aan Nederlanders. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een vervangend reisdocument, om assistentie bij noodgevallen of om het op weg helpen van Nederlandse bedrijven. Dat alles gebeurt onder verantwoordelijkheid van de ambassade, dus het is belangrijk om elkaar regelmatig te zien.
Vrijwel alle HC’s (Honorair Consuls) waren overgekomen vanuit de 12 plaatsen waar ze opereren: Ajaccio, Bordeaux, Brest, Caen, Calais, Lille, Lyon, Marseille, Monaco, Toulouse, Nice en Straatsburg. In Montpellier hebben we even geen consul, als u interesse heeft, laat het weten. Camille Trillat, onze HC in Marseille is extra in het zonnetje gezet om haar te bedanken voor haar grote inzet rond de Olympische Spelen in Marseille. Haar contacten en voorbereidende werk waren zeer fijn en nuttig. Niet alleen voor het consulaire team dat daar toen aanwezig was, maar ook voor het politieteam dat de Franse collega’s hielp bij het opsporen van eventuele explosieven.

De dag erop vond de feestelijke lancering van de gastleerstoel Isabelle de Charrière plaats op de residentie. Deze gastleerstoel heeft als doel om de studies Nederlands – Nederlandse taal, cultuur en literatuur – in Frankrijk te verrijken en de academische banden tussen Nederland en Frankrijk te versterken. In Frankrijk kun je aan 3 universiteiten Nederlands studeren
(Lille, Straatsburg en Parijs-Sorbonne) om een zogeheten “’licence” of “master” te behalen. Dankzij deze gastleerstoel kunnen drie Nederlandse hoogleraren een aantal gastcolleges en lezingen verzorgen aan de Franse universiteit waaraan ze verbonden zijn. Maar waarom heet deze gastleerstoel Isabelle de Charrière? Deze schrijfster kennen we in
​Nederland vooral als Belle van Zuylen (1740-1805) maar na haar huwelijk met een Franstalige Zwitser (indertijd uit het vorstendom Neuchâtel) kreeg ze formeel deze naam. Ze is de Nederlandse literatuurgeschiedenis ingegaan is als een vrijzinnige, moderne, geëmancipeerde en verlichte schrijfster. Die bovendien ook nog verdienstelijk muziek kon componeren. Haar vermogen om te laveren tussen de Nederlandse en Franse cultuur belichaamt perfect de geest van uitwisseling en verbinding die met deze gastleerstoel ondersteund wordt.

Ook vond er op de residentie deze week een “déjeuner pensant” plaats: samen met onze Onderwijs en Wetenschap attachée Marije Feersma Hoekstra ontving ik een gezelschap van Nederlandse en Franse wetenschappers, onderzoekers, universiteitsdirecteuren en vertegenwoordigers van de beide ministeries van Onderwijs en Wetenschap. Het ging over de rol van de wetenschap(per) in een democratische samenleving. De discussies richtten zich met name op manieren om academische vrijheid en veiligheid binnen onze academische en wetenschappelijke gemeenschappen te behouden en te versterken. In de loop van de gesprekken kwamen ook het bestrijden van fake news aan bod en de cruciale rol van wetenschapscommunicatie bij het opbouwen van vertrouwen.

Hoewel het nu vrijdag is, is m’n werkweek nog niet helemaal voorbij. Morgen ben ik met m’n Franse collega François Alabrune in Orry-la-Ville, een dorp ten noorden van Parijs waar zich het Nederlandse militaire ereveld bevindt, de plek waar 114 Nederlandse slachtoffers van de 2e Wereldoorlog begraven zijn en waar we elk jaar op 4 mei de Dodenherdenking organiseren.
Deze zaterdag gaat Orry-la-Ville een stedenband aan met het Zeeuwse plaatsje Kapelle.

Je zou dit de tegenhanger van Orry-la-Ville kunnen noemen. Daar bevindt zich namelijk het ereveld met 228 graven van Franse militairen die ons in WW2 verdedigden of bevrijdden. Beide gemeenten zijn al sinds tientallen jaren veel in contact rondom de herdenkingen. Met deze “jumelage” die morgen wordt ondertekend door beide burgemeesters, willen ze nieuwe mogelijkheden voor samenwerking aangaan, tussen scholen, culturele- en sportverenigingen. En hiermee kijken ze samen dus niet meer alleen naar de historische en militaire banden maar richten ze zich ook op de toekomst. Het eerste concrete initiatief vond vorige week al plaats: een inwoner van Orry-la-Ville is naar Kapelle gefietst om een jonge boom te overhandigen aan de inwoners van Kapelle.

Terwijl we in Normandië waren werd bekend dat president Macron een nieuwe premier heeft benoemd. Het betref​t de 73-jarige François Bayrou, al vele jaren een prominente figuur in het – overigens traditioneel niet erg populaire- midden van de Franse politiek. Hij begint onder een zeer moeilijk gesternte, Bayrou benadrukt dat zelf ook. Sommige commentatoren koesteren enige hoop dat hij, met zijn gematigde en op overleg gerichte stijl, voor de meest dringende onderwerpen (zoals de begroting voor 2025) oplossingen kan uitwerken die voor een brede groep partijen aanvaardbaar zijn. We komen er vast nog over te spreken, eerst even het stof laten neerdalen.

U zult de komende weken even niet van mij horen, we gaan een weekje op vakantie en dan Kerst vieren met onze dierbaren. Mijn plaatsvervanger Sara neemt het even over. Bijgaand nog een foto van het ambassadeteam waarmee we deze week een voorschot op Kerst namen. Ik kom begin volgend jaar weer bij u terug. Ik wens u fijne feestdagen!

Jan Versteeg

Hoop en vrees
Elke maandagmorgen trappen we met het hele ambassadeteam de week af. Een sessie waarin we even kort de hoogtepunten van de komende week doornemen. Op een grote ambassade als die in Parijs wordt door de vele afdelingen aan een groot aantal projecten en evenementen gewerkt. Deze ‘kick off’ op maandag bevordert onderlinge informatie-uitwisseling en samenwerking: een collega van een andere afdeling kan waardevolle tips of contacten hebben, ook al is het niet zijn/haar project of onderwerp.
Een lekker volle week stond eraan te komen. Maar op deze maandag 25 november stonden we allereerst stil bij de Internationale Dag tegen Geweld tegen Vrouwen. Wist u dat wereldwijd 1 op de 3 vrouwen in haar leven te maken krijgt met fysiek of seksueel geweld en dat er elke 10 minuten ergens in de wereld een vrouw wordt vermoord door (ex-)partners of familieleden ? Bij BZ besteedden we er jaarlijks aandacht aan met de campagne “Orange the World”. Oranje als kleur van de hoop op een einde aan dit geweld. Het proces dat nu in Frankrijk over de verkrachtingszaak “les viols de Mazan”, voedt die hoop op verandering. De manier waarop Gisèle Pélicot, uit eigen beweging, zichzelf in het middelpunt van deze rechtszaak plaatste en haar aanvallers confronteerde, zal de geschiedenis ingaan. Het heeft al geleid tot brede en nuttige debatten over de “verkrachtingscultuur” en de kwestie van toestemming.
De dag erna ontvingen we Sigrid Kaag op de ambassade, sinds januari VN-coördinator Humanitaire Hulp en Wederopbouw in Gaza. Ze is aangesteld om humanitaire hulpzendingen naar Gaza te faciliteren, coördineren, monitoren en verifiëren (wederopbouw is nog iets voor de toekomst). Zoals u weet is Sigrid Kaag vice-premier en meerdere malen minister geweest, maar heeft zij ook een lange carrière bij de Verenigde Naties in verschillende functies in het Midden-Oosten. En aan het begin van onze carrières waren we nog buren en collega’s bij de directie VN-zaken in Den Haag. Naast haar officiële gesprekken en een optreden voor studenten van ‘Sciences Po’, maakte ze tijd om de ambassadeploeg bij te praten over de dramatische humanitaire situatie in Gaza en haar taak om alle communicatiekanalen open te houden en met alle betrokken partijen te kunnen spreken. Ze benadrukte dat het in haar rol er niet om ging om vóór de ene of de andere partij in het conflict te zijn, maar om levens te redden en ooit een oplossing voor het conflict te bereiken.
Dinsdag stonden er twee elektrische Renaults 5 op de binnenplaats van de residentie. Renault en de Nederlandse bedrijven We Drive Solar en MyWheels ondertekenden samen met de gemeente Utrecht een akkoord voor de levering van 500 elektrische ‘vijfjes’ die gaan dienen als deelauto’s, maar ook als een soort enorme collectieve batterij om het elektriciteitsnet te stabiliseren. Sleutelwoord is ‘V2G’, vehicle-to-gridtechnologie. Aan de nieuwe laadpalen in Utrecht kunnen de met deze technologie uitgeruste Renaults niet alleen hun accu’s opladen, maar ook stroom terug leveren aan het net. En dat is heel interessant: doordat we in Nederland een steeds groter deel van onze elektriciteit met zon en wind opwekken, ontstaan er pieken in de elektriciteitsproductie. Die vallen zelden samen met de pieken in de consumptie, het electriciteitsgebruik. Dus moet de overtollige elektriciteit tijdelijk worden opgeslagen. En waarom zouden we daarvoor niet al die grote batterijen in elektrische auto’s gebruiken, dachten ze bij het Nederlandse bedrijf We Drive Solar. Oprichter Robin Berg en zijn collega’s en partners hebben hier jaren werk in gestopt. Dinsdag was voor hen dus een hele grote dag.
De V2G-technologie helpt om het electriciteitsnet te stabiliseren, maar kan op den duur ook voor autobezitters een mooi voordeel (tot wel 1500 euro per jaar, denkt men nu) opleveren, want ze kunnen de accu vullen als de stroomprijs laag is, en de stroom aan het net terugleveren als de vraag groot is en de prijs omhoog gaat. Een mooi voorbeeld van baanbrekende innovatieve Frans-Nederlandse samenwerking.
Bijna symbolisch was de aanwezigheid van Han ten Broeke, voorzitter van de BOVAG en in die rol een voorvechter van elektrisch rijden en innovatieve oplossingen. Vanaf dit weekend heeft hij een nieuwe baan: hij wordt de kabinetschef van eurocommissaris Wopke Hoekstra, verantwoordelijk voor klimaatbeleid. Nuttig om hem over die nieuwe rol te spreken, en leuk om de draad weer op te pakken, we hadden in Den Haag veel met elkaar te maken toen hij Kamerlid was.
Halverwege de week was Ruben Brekelmans, onze minister van Defensie, in Parijs om zijn Franse evenknie Sébastien Lecornu te ontmoeten. Tijdens zijn bezoek kondigde onze minister aan dat Nederland, samen met 5 andere Europese partners, ook wil deelnemen aan het Franse initiatief (ELSA) om in Europa langeafstandsraketten te ontwikkelen. Zo kunnen we onze krachten bundelen om de Russische agressie af te schrikken. Naast het bilaterale overleg nam Brekelmans ook deel aan een rondetafelgesprek op de residentie, samen met vertegenwoordigers van Franse bedrijven, denktanks en Defensie. Hier werd vooral gesproken over de innovatie en productie die nodig zijn om Europa veilig te houden. En over concrete belemmeringen die we hiervoor moeten doorbreken.
In het verlengde hiervan kwam Eeuwke Faber, speciaal gezant Sancties, naar Parijs. Als we echt een probleem hebben met een ander land, bijvoorbeeld omdat het kernwapens ontwikkelt, mensenrechten schendt of een ander land bedreigt of aanvalt, zijn sancties (handelsbeperkingen, opschorten visumrechten, etc.) soms nodig. Alleen woorden zijn dan niet genoeg, maar we gaan ook niet meteen oorlog voeren. Sinds het begin van de grootschalige invasie van Oekraïne door Rusland heeft de EU ongekende sancties tegen Rusland opgelegd. Sancties hebben echter ook voor de landen die ze opleggen een prijs: bedrijven missen handelskansen, vrijheden worden ingeperkt. En er kan een sterke verleiding ontstaan om sancties te ontduiken. De vormgeving van die sancties komt dus heel nauw, net als de handhaving van de naleving ervan. Buitengewoon nuttig dat Eeuwke met zijn team hierover met hunFranse tegenvoeters kwam praten.
Donderdag vond één van de hoogtepunten op het gebied van Nederlands-Franse samenwerking plaats : de Erasmus-Descartes conferentie. Sinds 2002 organiseren de Franse ambassade in Nederland en de Nederlandse ambassade in Frankrijk deze jaarlijkse conferentie, om en om. Die richt zich op wetenschappelijk onderzoek en innovatie en brengt de politieke, economische en wetenschappelijke wereld van beide landen samen. Dit jaar was het thema ‘A fair energy transition for all’. Wat mij betreft een van de grootste vraagstukken van deze tijd. Beleidsmakers zijn het er grotendeels over eens dat we minder afhankelijk moeten worden van olie en gas, en daarom meer gebruik moeten maken van hernieuwbare energiebronnen en kernenergie (al is daar wat meer discussie over). Dat is nodig om de CO2-uitstoot te verminderen, maar ook om te zorgen dat we in Europa minder aangewezen zijn op import van olie en gas. Maar zo’n overgang is niet pijnloos. Er zijn in het begin forse investeringen nodig, de lusten en de lasten zijn vaak ongelijk verdeelt, en bijvoorbeeld windmolens ontsieren het landschap en verstoren de zee. Bij de Erasmus Descartes Conferentie werd vanuit verschillende invalshoeken nagedacht over hoe je die energietransitie eerlijk laat plaatsvinden, hoe je de zorgen en de verlangens van de bevolking meeweegt en welke technisch ontwikkelingen kunnen helpen.
Donderdagavond was ik uitgenodigd bij de jaarlijkse Cleveringalezing, die dit keer werd gehouden in Brasserie Mollard. Op 26 november 1940 hield de Leidse hoogleraar Cleveringa een vlammende protestrede tegen het door de Duitse bezetter afgedwongen ontslag van zijn joodse collega. Zijn toespraak werd ook op de andere universiteiten verspreid. Dit kwam hem duur te staan, Cleveringa werd opgepakt en vastgezet tot het einde van de oorlog. Om zijn moedige optreden te herdenken, worden ieder jaar met steun van het Leidse Universiteitsfonds in de laatste week van november wereldwijd een vijftigtal lezingen georganiseerd. In Parijs werd dit jaar de lezing gehouden door professor Jan Aart Scholte, die sprak over ‘Trump, de geopolitiek en de toekomst van de globalisering’, het zal u niet verbazen dat ik dat een boeiend onderwerp vond. Het was ook een plezier weer een forse groep Franse Nederlanders te ontmoeten.
Als je dan vier dagen van ’s ochtends vroeg tot ’s avonds laat in touw bent geweest, is het heel welkom dat er op vrijdag niet al te veel afspraken buiten de deur gepland zijn. Zo heb ik weer met een paar collega’s kunnen bijpraten, wat interne kwesties kunnen regelen, verslagen kunnen maken en afspraken kunnen maken voor de komende weken. December ziet er veelbelovend uit. Nu eerst een romantisch winterweekend in Parijs, met mijn eigen vrouw, wie zou dat niet willen. Prettig weekeinde!
Jan Versteeg

Omgevlogen

Het was een korte werkweek omdat ik maandag bij de diploma-uitreiking van mijn zoon op de Universiteit van Amsterdam was. In meerdere opzichten een bijzonder moment. Bijvoorbeeld omdat de levensfase ‘studerende kinderen’ nu ook alweer voorbij is: zijn jongste zus was hem net een paar weken voor met afstuderen. En ook omdat de plechtigheid in het voormalige Tropenmuseum was, 200 meter verwijderd van de plek waar ik zelf in de late jaren tachtig woonde toen ik afstudeerde. En natuurlijk vooral omdat er mooie woorden gezegd werden over de studieprestaties en de persoonlijkheid van degene waarvoor we kwamen.

Ondertussen hadden de collega’s op de ambassade bepaald niet stilgezeten, want deze week stond in het teken van de Libanonconferentie in Parijs, die werd georganiseerd door president Macron en Jean-Noël Barrot, de nieuwe Franse minister van Buitenlandse Zaken. Met de conferentie, waarvoor zowel landen in de regio als Europese en wereldwijde spelers waren uitgenodigd, werd gepoogd op verschillende terreinen iets van verbetering tot stand te brengen in Libanon. Allereerst werd nogmaals door een heel brede groep landen en organisaties opgeroepen tot een wapenstilstand. Verder werden financiële bijdrages verzameld voor humanitaire hulp aan de burgerbevolking uit zuid-Libanon, die door internationale organisaties zal worden verleend. Er werd gesproken over steun voor de opbouw van het leger van de Libanese regering, om op termijn in het zuiden voor orde en veiligheid te zorgen. Daarbij werd door de deelnemers wel benadrukt dat hiervan pas sprake kan zijn als er op democratische wijze een nieuwe president is gekozen. En er werd duidelijke steun uitgesproken voor UNIFIL, de VN-vredesmacht, die de afgelopen periode meerdere malen door Israëlisch vuur getroffen werd.

Frankrijk heeft een bijzondere band met Libanon, omdat het land na de Eerste Wereldoorlog en het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk een protectoraat werd van Frankrijk. Door de gedeelde geschiedenis woont er een grote Libanese diaspora in Frankrijk; en omgekeerd duizenden Fransen in Libanon.

Om Nederland te vertegenwoordigen kwam onze minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp naar Parijs. Het was de eerste keer dat hij hier was in zijn hoedanigheid als minister. Voor mij persoonlijk was het ook bijzonder om minister Veldkamp te mogen begeleiden, want we waren gedurende vele jaren collega’s, zelfs van dezelfde generatie en vaak actief op hetzelfde werkterrein. Zo waren we na elkaar ambassadeur in Athene. Het was een plezier hem in actie te zien, en tussendoor ook nog wat te kunnen bijpraten.

Waar mogelijk wil Nederland, samen met internationale partners, bijdragen aan humanitaire steun die door internationale organisaties wordt verleend aan de Libanese burgerbevolking. Zo maakte minister Veldkamp op de conferentie bekend dat Nederland nog 4 miljoen euro extra vrijmaakt voor humanitaire hulp ter plaatse. Een belangrijk onderdeel van zo’n conferentie is om collega’s te spreken, natuurlijk over Libanon, maar ook over andere onderwerpen die de internationale agenda beheersen. Zo sprak Veldkamp onder meer een aantal collegaministers, waaronder zijn Franse collega Jean-Noël Barrot, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock en de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ayman Safadi.

Het was ook tof dat minister Veldkamp wat tijd reserveerde voor een informeel gesprek met de ambassadestaf, want de onrustige situatie, zowel in de grote wereld als thuis in Den Haag, leidt ook bij de collega’s tot veel vragen. De minister ging daar openhartig op in, waarbij hij aangaf wat zijn prioriteiten zijn, maar ook wat zijn persoonlijke afwegingen en drijfveren zijn.

Iets heel anders. Vanmiddag en vanavond staan er twee culturele activiteiten op mijn agenda, te weten de tentoonstelling van Marie-Cécile Thijs, de fotografe die in Nederland tot Kunstenaar van het Jaar 2024 is gekozen. We hebben het geluk dat ze in Parijs exposeert in Galerie XII in de Rue du Jardin Saint-Paul van Valerie-Anne Giscard d’Estaing; een galerie die ik bezocht samen met Lilian Widdershoven, coördinator van het Atelier Néerlandais. Marie-Cécile Thijs maakt ongelooflijke foto’s, zowel portretten met bijzondere elementen, als stillevens, bijvoorbeeld rondom het thema eten, als meer abstract werk. Ik kan u aanraden om een kijkje te nemen op haar website. https://www.mariececilethijs.com/. De expositie in Galerie XII is helaas maar tot 26 oktober, maar er komen ongetwijfeld nog andere kansen om haar werk te zien.

Overigens is ook de buurt waar die galerie is gevestigd een bezoekje waard. Heel vroeger waren hier, aan de rand van de Marais, een soort volkstuinen in het onbebouwde gebied bij de middeleeuwse stadsmuur. Daarna ontwikkelde zich daar een volkswijk, waar ook veel arme Joods migranten uit Oost-Europa terechtkwamen. In de eerste helft van twintigste eeuw werden hele huizenblokken onbewoonbaar verklaard. Pas na de verschrikkingen van de Duitse bezetting, toen veel Joods bezit op schandelijke wijze was onteigend, werd een deel van de oude gebouwen gesloopt en de rest opgeknapt. Paradoxaal is dit deel van de binnenstad nu een dure en hippe buurt met – inderdaad – veel galeries.

Niet ver daar vandaan speelt deze week het NDT (het Nederlands Danstheater) in het Théatre de la Ville, onder leiding van twee topchoreografen: Christos Papadopoulous en Chrystal Pite. Het Nederlands Dans Theater is wereldwijd een van de toonaangevende hedendaagse dansgezelschappen, en ook in Parijs is dat niet onopgemerkt gebleven (elke voorstelling is uitverkocht). We gaan daar vanavond een kijkje nemen. Mijn collega op de culturele afdeling, Agnès Raux, afgelopen woensdag bij de voorstelling, was na afloop razend enthousiast. Dat belooft wat voor vanavond. Volgende week lijkt een relatief rustige week te worden, aangezien in Frankrijk de ‘vacances de la Toussaint’ worden gevierd. Ik wens u een prettig weekend!

Jan Versteeg

 

 


Sneltreinvaart
De TGV was de constante factor in een gevarieerde week. Ik moet me helaas weer beperken tot een aantal hoogtepunten, zoals een bezoek aan de stad Bordeaux, en de herdenking van VGE.
Zegt de datum 27 mei 1974 u iets? Dit was de datum waarop Valéry Giscard d’Estaing de sleutels van het Elysée kreeg. Daarom was er afgelopen maandag in het Institut de France een serie lezingen en discussies over de betekenis van ‘VGE’ voor Frankrijk, Europa en de wereld (je moet niet te klein denken). Onder de deelnemers onder meer oud-president Nicolas Sarkozy en diverse oud-premiers, zoals Édouard Philippe, Bernard Cazeneuve en Jean-Pierre Raffarin (opmerkelijk genoeg van uiteenlopende politieke kleuren), en een oud-premier uit Italië, Enrico Letta. En in het publiek niet alleen de zoons van de oud-président, maar ook zijn weduwe (die sinds 1952 met Giscard getrouwd was).
Giscard d’Estaing, opgeleid als ingenieur, wordt wel gezien als de president van de modernisering van Frankrijk. Er was er veel aandacht voor innovaties uit zijn tijd, zoals de TGV, internetvoorloper Minitel en het brede gebruik van kernenergie. Maar ook voor de verbouwing van het Gare d’Orsay tot het nu wereldberoemde museum. Giscard had een bijzondere vriendschap met de Duitse bondskanselier Helmut Schmidt, die in vele opzichten zijn tegenpool was. Samen waren ze ervan overtuigd dat Europa zich in de wereld alleen maar staande kon houden door intensiever samen te werken. Indertijd vond men zijn stijl bijna Amerikaans: hij was erg zichtbaar in de media, gaf ook af en toe een kijkje achter de schermen en in zijn privéleven, en probeerde zichtbaar te maken wat het belang van zijn projecten was. Zijn voorgangers in de Vijfde Republiek, Generaal de Gaulle en Georges Pompidou, stonden meer op afstand. En zijn opvolger Mitterrand eigenlijk ook.
Al met al heel nuttig om deze dag mee te maken. Om de wortels van het hedendaagse Frankrijk te leren kennen, om te zien hoe dit land zijn oud-presidenten en hun erfenis eert en hoe de politieke leiders van nu zich aan hem spiegelen. Mocht ik uw interesse hebben weten te wekken, dan kan ik u dit linkje aanbevelen: https://www.youtube.com/live/Mjl4pAL50kw (het colloquium duurde acht uur, dus alles terugkijken is misschien teveel van het goede).
Tussendoor had ik thuis nog een lunch met de Franse directeur Veiligheidsbeleid. Dit soort afspraken doe ik vaak samen met mijn Belgische en mijn Luxemburgse collega, soms ook met de Scandinavische ambassadeurs. Afgelopen maandag waren de onderwerpen van gesprek de voorbereiding van de NAVO-top die in juli in Washington wordt gehouden, de oorlogen in Oekraïne en in het Midden-Oosten en situatie in Oost-Azië.
De volgende dag kreeg ik de kans om zelf (beperkt) iets te betekenen voor de duurzame mobiliteit in Frankrijk en in Nederland, want ik was gastheer bij een werkgroep over dit thema op de residentie. Duurzame mobiliteit is namelijk een van de vier hoofdthema’s uit het Innovatie en Duurzame Groeipact (dat getekend werd tijdens president Macrons staatsbezoek aan Nederland, vorig jaar). Zoals ook Giscard al inzag, maken goede vervoersnetwerken een groot verschil voor de economische ontwikkeling. Tegelijkertijd ziet de vervoerssector in dat de CO2-uitstoot per reiziger en per kilometer om laag moet. De Nederlands-Franse werkgroep van deze week, waaraan zowel het bedrijfsleven, kennisinstellingen als de overheid deelnamen, ging daarom over hoe het internationale spoorvervoer verbeterd kan worden, en over manieren om vliegtuigen schoner en stiller te maken.
Woensdag niet meer praten over de TGV, maar erin stappen. En wel voor een werkbezoek van anderhalve dag aan Bordeaux en de Regio Nouvelle Aquitaine. Dat is voor veel Nederlanders bekend terrein: het hele zuidwesten van Frankrijk, met de Atlantische kust, de wijnstreek, de Dordogne, de Limousin, Les Landes, Frans Baskenland en een deel van Pyreneeën. En steden als La Rochelle, Bordeaux, Poitiers, Angoulême, Limoges, Pau en Biarritz. Twee keer de maat van Nederland en dik 6 miljoen inwoners. De streek heeft historische banden met Nederland, vooral via de wijnhandel. In mijn jeugd woonden we in Middelburg in een oud huis dat ‘La Rochelle’ heette, en die naam had alles met dat verleden te maken.
Het was een heel gevarieerd bezoek, want ook vandaag de dag zijn er allerlei banden met Nederland. We ontmoetten de president van de regio, de prefect en het stadsbestuur van Bordeaux. De gesprekken gingen over zaken als duurzaam vervoer (treinen en fietsen), stadsinrichting (rekening houdend met hogere temperaturen en meer extreem weer), waterbeheer, woningbouw, windenergie, innovatiebeleid en economische kansen. De Franse bestuurders ondervroegen ons ook over de regeringsvorming in Nederland.
Daarnaast bezocht ik het ‘Deep Tech Cluster Alpha RLH’, dat klinkt wat griezelig maar het is een groot onderzoeks- en ontwikkelingscentrum op het gebied van fotonica en quantum computing (zie vorige week) waar – net zoals we dat in Nederland graag doen – overheid, wetenschap en bedrijfsleven nauw samenwerken. Dit centrum heeft allerlei banden met de Nederlandse ‘tech sector’. Diezelfde middag hadden we een ontmoeting met Nederlanders die in deze hoek van Frankrijk werkzaam zijn in de wetenschap.
Uiteraard was er ook aandacht voor Nederlandse ondernemers in Frankrijk, dit keer in de vorm van een ontbijtgesprek. Weer mooi om te zien hoe uiteenlopend de activiteiten zijn: van financiële consultancy, via de speelgoedbranche en scheepsmotoren tot aan een kaasmaker (Gouda én Mozarella) die ook varkens houdt en verkoopt. En we werden hartelijk ontvangen door waarschijnlijk de bekendste Nederlander in Frankrijk, Ilja Gort, zijn zoon Klaas en hun familieleden. Een schilderachtig chateau en heerlijke glazen wijn. En mooie verhalen waaruit blijkt dat de Franse droom niet alleen inventiviteit, maar ook hard werken en doorzettingsvermogen vergt.
Met goedvinden van Gort & Gort hebben we in de tuin van het château een plechtig moment georganiseerd. Radinck van Vollenhoven neemt binnenkort na acht jaar trouwe dienst afscheid als honorair consul in de regio Nouvelle Aquitaine. Om hem te bedanken voor zijn inspanningen als ‘supervrijwilliger’ voor de Nederlandse staat, mocht ik hem een speciaal ereteken opspelden. Zijn opvolger is ook al in zicht: dat zal Ellemarije Altena zijn, een Nederlandse wetenschapper die al tien jaar in Bordeaux woont en werkt. U ziet haar op de foto voor de ‘miroir d’eau’ in het centrum van Bordeaux (die overigens deze week niet zo goed spiegelde, vanwege de stevige wind). Zodra de laatste formaliteiten rond zijn, zal zij het stokje overnemen.
Toen maar weer met 300 km per uur terug naar de hoofdstad voor een goed gevulde vrijdagmiddag, want het ambassadeteam had op volle kracht doorgedraaid. Onder andere met het voorbereiden voor alle activiteiten van volgende week, eerst in Parijs en daarna in Normandië waar, in aanwezigheid van president Biden, onze Koning en Koningin en een heleboel andere hoogwaardigheidsbekleders, wordt herdacht dat daar 80 jaar geleden op 6 juni de bevrijding van Europa begon. Daarover volgende week meer. Goed weekend!
Jan Versteeg

Verwante berichten