Even eruit
Ik had gezegd even uit de lucht te zijn, maar kan toch de verleiding niet weerstaan om wat belevenissen van de afgelopen week te delen die in verschillende mate met Nederland, Frankrijk en/of onze gedeelde geschiedenis maken hebben.
Allereerst de zaterdagochtend. Voordat we de jumelage tussen Kapelle (Zeeland) en Orry-la-Ville (Oise) gingen vieren, waren we uitgenodigd op het kasteel van Chantilly, de trots van de streek waar Orry in ligt. Ik neem aan dat veel Frankrijkliefhebbers het al kennen, het enorme landgoed ligt op een kwartiertje van snelweg A1 die de meesten van ons nemen op weg naar Parijs of het Zuiden. Chantilly is lang het stamslot geweest van de vermaarde Condé-familie, onder meer bekend vanwege de veldheer Le Grand Condé, die zowel rivaal als dienaar van Lodewijk XIV was. Aan zijn heldendaden is op Chantilly een hele galerij gewijd, die herinneringen oproept aan de Spiegelzaal van Versailles. In de 19de eeuw liet Henri d’Orleans, zoon van Koning Louis-Philippe (en broer van België’s eerste koningin Louise) het na de revolutie gedeeltelijk vervallen kasteel grootscheeps verbouwen om er zijn uitgebreide kunstcollectie in onder te brengen. Toen D’Orleans kinderloos stierf, schonk hij het kasteel en de ongelooflijke verzameling schilderijen aan het Institut de France, dat het geheel toegankelijk houdt voor het publiek. Het landgoed, dat ook een internationaal mekka voor de paardensport is, is na Versailles het grootste van Frankrijk. De schilderijencollectie hoeft alleen het Louvre voor te laten gaan. Er hangen zelfs schilderijen van Van Ruisdael, Van de Velde, Van Mierevelt en Scheffer. Ik snap eigenlijk niet waarom ik nooit eerder even afslag 8 (Senlis, Chantilly) heb genomen.
Na dit vroege en frisse museumbezoek togen we naar de ‘mairie’ van Orry-la-Ville. Daar werd een bord onthuld met het verhaal van de jumelage tussen de twee dorpen die allebei een belangrijk oorlogskerkhof kennen. In Kapelle liggen 228 Franse militairen begraven die in Nederland sneuvelden tijdens de Tweede Wereldoorlog. In Orry rusten 114 Nederlanders die in Frankrijk het leven lieten in de strijd tegen de Duitse bezetter. Na de onthulling van het bord liepen we in optocht achter de lokale fanfare aan naar de ‘salle des fêtes’ voor enkele toespraken en de plechtige ondertekening van het jumelage-akkoord. Kleinschalige, maar betekenisvolle contacten van mens tot mens tussen twee landen die veel delen.
Daarna ben ik rechtstreeks naar Nederland gereden voor de 85-ste verjaardag van mijn moeder. En daarna: vakantie! Zondag waren we in Leeuwarden om nog eens het prachtige Keramiekmuseum De Princessehof te bezoeken. Daarna door naar Hamburg, waar we de Franse pianist Jean-Yves Thibaudet zagen optreden in de ongelooflijke Elbphilharmonie, met Ravel en Saint-Saëns op het programma.
De dag erna bezochten we onder meer het ‘Mahnmal St. Nikolai’ waar stil wordt gestaan bij de bombardementen op Hamburg van juli 1943 waarbij meer dan 35.000 mensen omkwamen en 900.000 mensen de stad ontvluchtten. Maar er wordt vooral ook aandacht besteed aan de context hiervan: de Nazi-dictatuur, de sloop van de Duitse rechtsstaat en de door Hitler geëntameerde terreuroorlog die onder meer tot de vernietiging van Rotterdam in 1940 leidde. Indrukwekkend hoe de Duitsers zeker stellen dat dit nooit vergeten wordt.
Na ook nog wat stadse kerstsfeer te hebben opgedaan in Hamburg, hebben we het stuur weer naar Nederland gedraaid. We hebben de auto op de kade in Harlingen geparkeerd en zijn op de avondboot naar Terschelling gestapt. Parijs is een heerlijke stad om te wonen. Maar als je ook houdt van rust, wind en zee, dan is zo’n Waddenbezoek toch wel een hele goede manier om even een onderhoudsdosis te halen. Laat nu de Kerst maar komen. Nogmaals goede Feestdagen!
Jan Versteeg
Boot, Belle en Kapelle
Deze week weer even de regio in. Ik schrijf vanuit de trein op de terugreis naar Parijs vanuit Cherbourg waar ik met mijn Franse collega François Alabrune, ambassadeur van Frankrijk in Nederland en defensie-attaché kolonel Peter van Sorgen op bezoek was. We bezochten de scheepswerf van Naval Group waar de 4 nieuwe onderzeeboten van de Nederlandse marine in elkaar gezet zullen worden. Het gaat om een megaproject waarbij Naval Group samenwerkt met de Nederlandse industrie. Het is een win-win constructie: voor Naval zijn de Nederlandse bedrijven interessante partners omdat er ook in Nederland een traditie van onderzeebootbouw is, en voor Nederland is het een manier om op dit gebied een hoog technologisch niveau vast te houden. Het was buitengewoon indrukwekkend om een kijkje te nemen op de werf die al sinds 1899 duikboten bouwt, en waar er op dit moment 4 in aanbouw waren. Onderzeeërs horen bij de meest ingewikkelde apparaten die de mens kan bouwen, heel veel high tech systemen op een heel klein oppervlakte met extreme veiligheidseisen. Het was ook mooi om het enthousiasme van de mensen van Naval mee te maken: men heeft de Nederlandse onderzeebootdienst – die net als de Franse wereldwijd opereert – hoog zitten en kijkt ernaar uit om samen de nieuwste generatie boten te ontwikkelen.
Dan even terug naar het begin van de week die weer zeer gevarieerd was. Eens per jaar organiseert de consulaire afdeling – die hulp biedt aan Nederlanders in het buitenland – een dag waarbij we al ‘onze’ consuls in Parijs uitnodigen. Zoals u weet bestaat er een netwerk in heel Frankrijk van deze “supervrijwilligers”, vrouwen en mannen die onbezoldigd de Nederlandse staat vertegenwoordigen en bepaalde soorten assistentie bieden aan Nederlanders. Dat kan bijvoorbeeld gaan om een vervangend reisdocument, om assistentie bij noodgevallen of om het op weg helpen van Nederlandse bedrijven. Dat alles gebeurt onder verantwoordelijkheid van de ambassade, dus het is belangrijk om elkaar regelmatig te zien.
Vrijwel alle HC’s (Honorair Consuls) waren overgekomen vanuit de 12 plaatsen waar ze opereren: Ajaccio, Bordeaux, Brest, Caen, Calais, Lille, Lyon, Marseille, Monaco, Toulouse, Nice en Straatsburg. In Montpellier hebben we even geen consul, als u interesse heeft, laat het weten. Camille Trillat, onze HC in Marseille is extra in het zonnetje gezet om haar te bedanken voor haar grote inzet rond de Olympische Spelen in Marseille. Haar contacten en voorbereidende werk waren zeer fijn en nuttig. Niet alleen voor het consulaire team dat daar toen aanwezig was, maar ook voor het politieteam dat de Franse collega’s hielp bij het opsporen van eventuele explosieven.
De dag erop vond de feestelijke lancering van de gastleerstoel Isabelle de Charrière plaats op de residentie. Deze gastleerstoel heeft als doel om de studies Nederlands – Nederlandse taal, cultuur en literatuur – in Frankrijk te verrijken en de academische banden tussen Nederland en Frankrijk te versterken. In Frankrijk kun je aan 3 universiteiten Nederlands studeren
(Lille, Straatsburg en Parijs-Sorbonne) om een zogeheten “’licence” of “master” te behalen. Dankzij deze gastleerstoel kunnen drie Nederlandse hoogleraren een aantal gastcolleges en lezingen verzorgen aan de Franse universiteit waaraan ze verbonden zijn. Maar waarom heet deze gastleerstoel Isabelle de Charrière? Deze schrijfster kennen we in
Nederland vooral als Belle van Zuylen (1740-1805) maar na haar huwelijk met een Franstalige Zwitser (indertijd uit het vorstendom Neuchâtel) kreeg ze formeel deze naam. Ze is de Nederlandse literatuurgeschiedenis ingegaan is als een vrijzinnige, moderne, geëmancipeerde en verlichte schrijfster. Die bovendien ook nog verdienstelijk muziek kon componeren. Haar vermogen om te laveren tussen de Nederlandse en Franse cultuur belichaamt perfect de geest van uitwisseling en verbinding die met deze gastleerstoel ondersteund wordt.
Ook vond er op de residentie deze week een “déjeuner pensant” plaats: samen met onze Onderwijs en Wetenschap attachée Marije Feersma Hoekstra ontving ik een gezelschap van Nederlandse en Franse wetenschappers, onderzoekers, universiteitsdirecteuren en vertegenwoordigers van de beide ministeries van Onderwijs en Wetenschap. Het ging over de rol van de wetenschap(per) in een democratische samenleving. De discussies richtten zich met name op manieren om academische vrijheid en veiligheid binnen onze academische en wetenschappelijke gemeenschappen te behouden en te versterken. In de loop van de gesprekken kwamen ook het bestrijden van fake news aan bod en de cruciale rol van wetenschapscommunicatie bij het opbouwen van vertrouwen.
Hoewel het nu vrijdag is, is m’n werkweek nog niet helemaal voorbij. Morgen ben ik met m’n Franse collega François Alabrune in Orry-la-Ville, een dorp ten noorden van Parijs waar zich het Nederlandse militaire ereveld bevindt, de plek waar 114 Nederlandse slachtoffers van de 2e Wereldoorlog begraven zijn en waar we elk jaar op 4 mei de Dodenherdenking organiseren.
Deze zaterdag gaat Orry-la-Ville een stedenband aan met het Zeeuwse plaatsje Kapelle.
Je zou dit de tegenhanger van Orry-la-Ville kunnen noemen. Daar bevindt zich namelijk het ereveld met 228 graven van Franse militairen die ons in WW2 verdedigden of bevrijdden. Beide gemeenten zijn al sinds tientallen jaren veel in contact rondom de herdenkingen. Met deze “jumelage” die morgen wordt ondertekend door beide burgemeesters, willen ze nieuwe mogelijkheden voor samenwerking aangaan, tussen scholen, culturele- en sportverenigingen. En hiermee kijken ze samen dus niet meer alleen naar de historische en militaire banden maar richten ze zich ook op de toekomst. Het eerste concrete initiatief vond vorige week al plaats: een inwoner van Orry-la-Ville is naar Kapelle gefietst om een jonge boom te overhandigen aan de inwoners van Kapelle.
Terwijl we in Normandië waren werd bekend dat president Macron een nieuwe premier heeft benoemd. Het betreft de 73-jarige François Bayrou, al vele jaren een prominente figuur in het – overigens traditioneel niet erg populaire- midden van de Franse politiek. Hij begint onder een zeer moeilijk gesternte, Bayrou benadrukt dat zelf ook. Sommige commentatoren koesteren enige hoop dat hij, met zijn gematigde en op overleg gerichte stijl, voor de meest dringende onderwerpen (zoals de begroting voor 2025) oplossingen kan uitwerken die voor een brede groep partijen aanvaardbaar zijn. We komen er vast nog over te spreken, eerst even het stof laten neerdalen.
U zult de komende weken even niet van mij horen, we gaan een weekje op vakantie en dan Kerst vieren met onze dierbaren. Mijn plaatsvervanger Sara neemt het even over. Bijgaand nog een foto van het ambassadeteam waarmee we deze week een voorschot op Kerst namen. Ik kom begin volgend jaar weer bij u terug. Ik wens u fijne feestdagen!
Jan Versteeg
Omgevlogen
Het was een korte werkweek omdat ik maandag bij de diploma-uitreiking van mijn zoon op de Universiteit van Amsterdam was. In meerdere opzichten een bijzonder moment. Bijvoorbeeld omdat de levensfase ‘studerende kinderen’ nu ook alweer voorbij is: zijn jongste zus was hem net een paar weken voor met afstuderen. En ook omdat de plechtigheid in het voormalige Tropenmuseum was, 200 meter verwijderd van de plek waar ik zelf in de late jaren tachtig woonde toen ik afstudeerde. En natuurlijk vooral omdat er mooie woorden gezegd werden over de studieprestaties en de persoonlijkheid van degene waarvoor we kwamen.
Ondertussen hadden de collega’s op de ambassade bepaald niet stilgezeten, want deze week stond in het teken van de Libanonconferentie in Parijs, die werd georganiseerd door president Macron en Jean-Noël Barrot, de nieuwe Franse minister van Buitenlandse Zaken. Met de conferentie, waarvoor zowel landen in de regio als Europese en wereldwijde spelers waren uitgenodigd, werd gepoogd op verschillende terreinen iets van verbetering tot stand te brengen in Libanon. Allereerst werd nogmaals door een heel brede groep landen en organisaties opgeroepen tot een wapenstilstand. Verder werden financiële bijdrages verzameld voor humanitaire hulp aan de burgerbevolking uit zuid-Libanon, die door internationale organisaties zal worden verleend. Er werd gesproken over steun voor de opbouw van het leger van de Libanese regering, om op termijn in het zuiden voor orde en veiligheid te zorgen. Daarbij werd door de deelnemers wel benadrukt dat hiervan pas sprake kan zijn als er op democratische wijze een nieuwe president is gekozen. En er werd duidelijke steun uitgesproken voor UNIFIL, de VN-vredesmacht, die de afgelopen periode meerdere malen door Israëlisch vuur getroffen werd.
Frankrijk heeft een bijzondere band met Libanon, omdat het land na de Eerste Wereldoorlog en het uiteenvallen van het Ottomaanse Rijk een protectoraat werd van Frankrijk. Door de gedeelde geschiedenis woont er een grote Libanese diaspora in Frankrijk; en omgekeerd duizenden Fransen in Libanon.
Om Nederland te vertegenwoordigen kwam onze minister van Buitenlandse Zaken, Caspar Veldkamp naar Parijs. Het was de eerste keer dat hij hier was in zijn hoedanigheid als minister. Voor mij persoonlijk was het ook bijzonder om minister Veldkamp te mogen begeleiden, want we waren gedurende vele jaren collega’s, zelfs van dezelfde generatie en vaak actief op hetzelfde werkterrein. Zo waren we na elkaar ambassadeur in Athene. Het was een plezier hem in actie te zien, en tussendoor ook nog wat te kunnen bijpraten.
Waar mogelijk wil Nederland, samen met internationale partners, bijdragen aan humanitaire steun die door internationale organisaties wordt verleend aan de Libanese burgerbevolking. Zo maakte minister Veldkamp op de conferentie bekend dat Nederland nog 4 miljoen euro extra vrijmaakt voor humanitaire hulp ter plaatse. Een belangrijk onderdeel van zo’n conferentie is om collega’s te spreken, natuurlijk over Libanon, maar ook over andere onderwerpen die de internationale agenda beheersen. Zo sprak Veldkamp onder meer een aantal collegaministers, waaronder zijn Franse collega Jean-Noël Barrot, de Duitse minister van Buitenlandse Zaken Annalena Baerbock en de Jordaanse minister van Buitenlandse Zaken, Ayman Safadi.
Het was ook tof dat minister Veldkamp wat tijd reserveerde voor een informeel gesprek met de ambassadestaf, want de onrustige situatie, zowel in de grote wereld als thuis in Den Haag, leidt ook bij de collega’s tot veel vragen. De minister ging daar openhartig op in, waarbij hij aangaf wat zijn prioriteiten zijn, maar ook wat zijn persoonlijke afwegingen en drijfveren zijn.
Iets heel anders. Vanmiddag en vanavond staan er twee culturele activiteiten op mijn agenda, te weten de tentoonstelling van Marie-Cécile Thijs, de fotografe die in Nederland tot Kunstenaar van het Jaar 2024 is gekozen. We hebben het geluk dat ze in Parijs exposeert in Galerie XII in de Rue du Jardin Saint-Paul van Valerie-Anne Giscard d’Estaing; een galerie die ik bezocht samen met Lilian Widdershoven, coördinator van het Atelier Néerlandais. Marie-Cécile Thijs maakt ongelooflijke foto’s, zowel portretten met bijzondere elementen, als stillevens, bijvoorbeeld rondom het thema eten, als meer abstract werk. Ik kan u aanraden om een kijkje te nemen op haar website. https://www.mariececilethijs.com/. De expositie in Galerie XII is helaas maar tot 26 oktober, maar er komen ongetwijfeld nog andere kansen om haar werk te zien.
Overigens is ook de buurt waar die galerie is gevestigd een bezoekje waard. Heel vroeger waren hier, aan de rand van de Marais, een soort volkstuinen in het onbebouwde gebied bij de middeleeuwse stadsmuur. Daarna ontwikkelde zich daar een volkswijk, waar ook veel arme Joods migranten uit Oost-Europa terechtkwamen. In de eerste helft van twintigste eeuw werden hele huizenblokken onbewoonbaar verklaard. Pas na de verschrikkingen van de Duitse bezetting, toen veel Joods bezit op schandelijke wijze was onteigend, werd een deel van de oude gebouwen gesloopt en de rest opgeknapt. Paradoxaal is dit deel van de binnenstad nu een dure en hippe buurt met – inderdaad – veel galeries.
Niet ver daar vandaan speelt deze week het NDT (het Nederlands Danstheater) in het Théatre de la Ville, onder leiding van twee topchoreografen: Christos Papadopoulous en Chrystal Pite. Het Nederlands Dans Theater is wereldwijd een van de toonaangevende hedendaagse dansgezelschappen, en ook in Parijs is dat niet onopgemerkt gebleven (elke voorstelling is uitverkocht). We gaan daar vanavond een kijkje nemen. Mijn collega op de culturele afdeling, Agnès Raux, afgelopen woensdag bij de voorstelling, was na afloop razend enthousiast. Dat belooft wat voor vanavond. Volgende week lijkt een relatief rustige week te worden, aangezien in Frankrijk de ‘vacances de la Toussaint’ worden gevierd. Ik wens u een prettig weekend!
Jan Versteeg