Door: Kees Wijnen
Gisteren zaagde ik met mijn slijptol een stuk ijzer doormidden en plots jaapte de slijper in het topje van m’n pink! Shit! Ik had het amper in de gaten, het deed ook geen pijn.
“Even een pleister erop en weer verder” dacht ik.
Maar na nog eens goed gekeken te hebben was het toch wel een diepe snee. Dit moest gehecht worden. Gelukkig kon ik mijn pink normaal bewegen. Dus niks aan de hand. Marjo zei ook “naar de urgence, ik breng je nu!”
“Wel nee” zei ik “ik ga zelf wel, ben zo weer terug”.
Ze stopte nog een banaan in mijn handen, het was net rond lunchtijd. Aangekomen bij de spoedeisende hulp werd ik meteen ontvangen door een “corona begeleider” en werd ik ingeschreven. Hij vroeg natuurlijk wat er gebeurd was.
Na 10 minuten in de wachtkamer kreeg ik een eerste onderzoek van een verpleegster, die natuurlijk ook vroeg wat er gebeurd was. Ze prikte er een eerste verdoving in en bekeek de wond. “Nou” zei ze “ik laat er even een dokter naar kijken” Na een half uur kwam er een witte jas binnen en vroeg wat er gebeurd was. Hij keek zorgelijk “Ik laat er even mijn collega naar kijken”. Na weer een half uur kwam de tweede witte jas die vroeg wat ik gedaan had. Ook hij keek zorgelijk.
Ik dacht “kom op mensen, ik kan alles goed bewegen, niks aan de hand, hechting erin, dan kan ik weer verder met mijn project”.
Nou nee, dit moest toch op de afdeling “chirurgie ambulatoire” verder afgehandeld worden. Na een half uur werd ik naar deze afdeling begeleid en geparkeerd op een ziekenkamer. Er kwam een verpleegster binnen met een badlaken, een fles Betadine en ziekenhuis kleding. Ze vroeg wat er gebeurd was, waarop Ik vroeg wat er in hemelsnaam allemaal ging gebeuren.
“U gaat nu douchen, hele lichaam goed wassen met Betadine en daarna doet u deze kleren aan”
Ik zei dat ik dan toch eerst even de chirurg wilde spreken wat jullie allemaal gaan doen!! “De chirurg komt zo” zei ze. Na een kwartier kwam er weer een witte jas binnen, nadat hij gevraagd had wat er gebeurd was, vroeg hij wanneer ik voor het laatst gegeten had, of ik ergens allergisch voor was en startte hij met een enorme waslijst aan vragen. Ik zei dat ik rond de middag nog een banaantje had gegeten. Maar wat gaat u doen??!!
“Ik ben de anesthesist en voor de operatie verdoven we de hele arm”.
“Wel nondeju“ dacht ik “ik wil de chirurg spreken” zei ik.
“Ja, die komt zo”. Na weer een half uur eindelijk de chirurg. Ik zei tegen hem “zet er nou maar gewoon een hechting in en klaar is Kees, daar is al die heisa echt niet voor nodig”.
“Ik zal eerst nog eens kijken en vertelt u mij dan precies wat er gebeurd is” zei meneer Daaboul, want zo heette hij. Na een klein onderzoekje zei hij dat dit toch echt zorgvuldig moest gebeuren. Ik zou om vijf uur geholpen worden en dan kon ik daarna naar huis.
Toen heb ik uiteindelijk maar mijn lot in handen gelegd van de medici, Marjo ingelicht en ben ik me gaan douchen. Even later lag ik, fris gewassen in een betadine wolk, op bed in afwachting van wat er komen gaat. Na een uur werd ik door een verpleger met een rolstoel opgehaald. Hij vroeg natuurlijk heel belangstellend wat er gebeurd was (zucht). Even later werd ik overgeladen op een brancard en de preparatiekamer ingereden. Daar werd ik door een team van minstens zes blauwjassen met mondkapjes aangevallen om me te prepareren voor de grote operatie. Ik werd helemaal opgetuigd met bloeddrukmeter, hartmonitor, infuus, gewikkeld in goudkleurige folie, de hele rataplan! Op een gegeven moment stond er nog een heel nest studenten om me heen “of ze even mochten meekijken!” Even later begon er iemand aan mijn arm te frunniken en werden met behulp van echografie de juiste zenuwen gelokaliseerd, zodat de injecties op de juiste plek gezet konden worden. Ik kreeg de indruk dat het een anesthesist in opleiding was, want iemand keek over zijn schouder mee. Om me op mijn gemak te stellen vroeg hij me wat er gebeurd was en of de banaan lekker was . . .
Na ruim een half uur werd ik dan eindelijk de operatiekamer ingereden, een enorme ruimte met lampen en al, die geheel geprepareerd leek te zijn voor een openhartoperatie! Ook daar ging weer een team van minstens zes blauwjassen met mondkapjes aan de slag, die ook belangstellend vroegen wat ik gedaan had. Vervolgens werd mijn verdoofde arm wel drie keer gewassen en ontsmet en ingesmeerd met, jawel, liters Betadine! Ik begon me toen af te vragen of mijn arm wel goed verdoofd was, want ik kon hem bewegen en voelde alles wat ze deden. Nadat ik dat toch maar even gemeld had, knepen ze eens goed in mijn arm en daar voelde ik niets van! Eigenaardig. Wel gevoel maar geen pijn.
Ze zijn toen een half uur met me bezig geweest. Ik voelde niks. De chirurg zei dat er toch een kleine pees doorgesneden was en ik op 2 mm na het botje had doorgezaagd!
Na nog een half uur op de verkoeverkamer en weer ontmanteld te zijn werd ik weer teruggereden naar mijn kamer. Een tijd later kwam er een verpleegster die vroeg wat ik wilde eten?
“Eten?” zei ik “Ik wil naar huis en thuis eten”.
“Nee, ik moet u iets te eten geven, anders mag ik u niet laten gaan! Zal ik u anders een koekje met een glas appelsap geven?”.
“Doe dat dan maar” zei ik.
“Oh, en u mag beslist niet rijden, iemand moet u ophalen en ik moet nog de nabehandeling met u doornemen”.
Sakkerloot, ook dat nog. Ik kreeg een recept voor twee pijnstillers, antibiotica en een maagbeschermer, een recept voor verbandmateriaal en . . . Betadine, verder een recept voor de thuiszorg die 3 keer per week thuis langs komt om het verband te vernieuwen en een recept voor de kinesioloog.
“Kinesioloog??” zei ik “waar is dat voor??”
“Ja, u moet 3 keer per week naar de kinesioloog voor “re-educatie” van de kleine vinger, anders loopt u het risico er een stijve pink aan over te houden”.
Sakkerloot dat komt er ook nog eens bij. Uiteindelijk heb ik Marjo gebeld om me op te halen. Ik wilde al naar de uitgang lopen.
“Ho, ho, dat kan niet, uw vrouw moet u hier op de afdeling ophalen en tekenen voor ontvangst, anders mag ik u niet laten gaan!”
Uiteindelijk was ik om acht uur ’s avonds thuis en bek af. Na alles nog eens te hebben laten bezinken, becijferde ik dat ik in dat ziekenhuis voor mijn pinkie minstens 50 mensen bezig heb gehouden, minstens een grote afvalcontainer gevuld heb met bebloed verband, vieze pleisters, plakkers, infuusmateriaal, klemmen, slangen, kleding, flaconnetjes, flesjes, ampullen, bakjes, spuiten, naalden, vocht en angstzweet, etc, etc. Verder heb ik de staat minstens €30.000,- lichter gemaakt en ik nog voor de komende weken wat mensen werkgelegenheid bezorg. Ik ben overigens wel onder de indruk van de discipline waarmee dit alles gebeurt. Niet alleen in dit ziekenhuis maar ook andere Franse zorginstellingen, die ik eerder wel eens met een bezoekje heb vereerd. Chapeau!