Door: Kees Wijnen
Angel was onze buurman, een schapenboer. Hij had 200 brebis voor de melkproductie voor de Roquefort kaas van de Société. Angel is groot en oersterk. Met zijn postuur straalt hij gezag uit. Zijn armen zijn gemaakt van bundels staalkabel, terwijl zijn borstkast is gegoten van beton, heel hard schokbeton. Als Angel een afrastering aanlegt, zwaait hij met groot gemak een 40 kg zware moker boven zijn hoofd en slaat met drie welgemikte meppen een weidepaal een meter diep de grond in. Angel woont op La Martinié, een boerderij omgeven door 68 ha bos en weiland. De boerderij ligt boven op de heuvel waar je dan ook een spectaculair uitzicht hebt. Van daaruit ziet en vooral hoort Angel exact wat er allemaal gebeurt in de wijde omgeving. Ondanks het feit dat hij niet vaak zijn arendsnest verlaat, weet hij precies wat er om hem heen allemaal gebeurt. Angel heeft geen rijbewijs en heeft daardoor slechts een actieradius van 5 liter benzine van zijn brommertje. Toch hoort en ziet hij alles. Natuurlijk houdt de postbode hem op de hoogte en in het jachtseizoen, wanneer zijn huis als uitvalsbasis wordt gebruikt, houden de jagers hem op de hoogte. Angel jaagt zelf niet, hij faciliteert. Ook wordt de boerderij veelvuldig bezocht door familie en collega boeren voor het uitwisselen van de laatste roddels.
Zo wandelden Marjo en ik, samen met Pico onze teckel door het bos regelmatig zijn kant op. Een prachtige wandeling van een half uurtje. Angel stond ons dan meestal buiten op te wachten. Hij had ons al gehoord. Het geluid draagt immers ver hier in de heuvels. Steevast dronken we een kopje koffie bij hem in de keuken.
Toen Angel 14 was, pleegde zijn vader zelfmoord. Als kleine jongen moest hij het boerenbedrijf van zijn vader overnemen. Zijn broers en zussen hadden er geen trek in. Hij ging van school en werd boer. Angel woont nu met zijn broer Joël en diens vrouw Brigitte op de boerderij. Met zijn 54ste kon Angel al met pensioen. Hij had immers al veertig dienstjaren op de teller.
Als we koffie bij hem drinken, gaat er altijd een kopje water met koffie-extract in de magnetron en komt de trommel met biscuits op de tafel. Brigitte blijft in de keuken en is altijd drukdoende het middageten klaar te maken. ’s Middags houdt ze zich bezig met het hoeden van de schapen. Haar man Joël werkt bij de garage in het dorp.
We haalden met Angel altijd herinneringen op uit de tijd dat we hier begonnen en we nog nauwelijks Frans spraken. Toen we indertijd de verhuiswagen leegruimden, kregen we gelukkig hulp van hem. Ik weet nog goed dat we met drie man aan een enorme ijskast aan het sjorren waren. Het ding was loodzwaar, omdat we hem met allerlei spullen volgestouwd hadden, niet van z’n plek te krijgen. Angel stapte in de verhuiswagen, duwde ons aan de kant, omarmde de ijskast en tilde het gevaarte in z’n eentje met één zwaai uit de verhuiswagen. We wisten niet wat we zagen! Pure oerkracht!
Een andere keer reed ik met mijn 4 x 4 mitsubishi pickup (een lang gekoesterde jongensdroom, die ze hier “kat katre” noemen, ik spel het even “fonetisch”). Het was eigenlijk veel te nat in het bos, maar kom op jongens, ik had er net modderbanden met enorme profielen onder laten zetten. Toen ik uitweek voor een modderplas, gleed mijn wagen richting afgrond. Oeps, vlug achteruit met dat ding, weg van het gevaar, waarop de pick up nog verder naar beneden schoof en al gevaarlijk begon over te hellen. Stuur draaien en naar voren, weer schoof hij verder richting afgrond. Ik dacht, nu stoppen, dit gaat niet goed en klauterde uit de auto! Onverrichterzake liep ik terug naar huis en belde Angel.
“Bonjour Angel, ça va ?”
“Oui, ça va, ça va et toi ? »
Ik vroeg of hij me kon helpen met m’n “kat katre”, ik hing halverwege het talud!
“Ah, zeker achter in je bos bij de beek. Daar moet je nu ook niet komen, veel te nat!!” zei hij belerend.
Ondanks het feit dat hij 2 km verderop woont had hij al in de gaten wat er aan de hand was!!
Ik had nog niet opgehangen of ik hoorde hem al aankomen met een van zijn tractoren!
“Oh la la, putain!!!” een van zijn vaste uitdrukkingen. “C’est pas mal, ça hè!”
Hij koppelde een kabel aan m’n truck en probeerde hem vlot te trekken. Doordat hij op dat smalle pad zijn tractor niet in de goede positie kreeg, schoof de 4X4 nog verder naar beneden.
“Ik ga ook de tractor met de lier halen” zie Angel “Dit gaat zo niet” Even later kwam hij met Joël en werd met 2 tractoren mijn jongensdroom uit het slob gesleept.
Ook zal ik nooit het moment vergeten waarop ik mijn eerste boom omzaagde. Ik toog opgetogen en vastberaden met mijn kettingzaag het bos in op zoek naar mijn eerste slachtoffer. Ik vond een boom die al half om lag en onder een hoek van 45 graden in een vork van de boom ernaast bleef hangen. Dit leek me wel wat. De boom kon in ieder geval nooit de verkeerde kant opvallen. Toen ik hem praktisch doorgezaagd had en bij het eerste het beste gekraak naar achteren stapte, zag ik tot mijn stomme verbazing de boom de lucht in gaan en als een wip-wap, hoog in de lucht in de vork van de andere boom bleef balanceren!
Op dat moment kwam Angel op zijn tractor langs. Hij keek omhoog en zei lachend: “Dat hout droogt prima zo!!” en reed gniffelend weer verder.
Een andere keer sloeg de bliksem in één van de enorme dennenbomen achter ons huis. Een enorme klap! De boom was van boven tot onder doormidden gekliefd, en hing vervaarlijk tussen de andere dennenbomen in!!
Ik belde Angel en vroeg of hij mij een keertje kon helpen om de dennenboom (mijn staat van dienst in acht nemend) veilig naar beneden te krijgen. Vijf minuten later kwam hij op zijn brommertje aanrijden. Hij had de kettingzaag al paraat. Samen stonden we naar de ravage te kijken. “Putain!” zei Angel “Ah oui, putain!” zei ik ook maar.
Ik liep naar de werkplaats en zei dat ik ook mijn kettingzaag ging halen. Onderweg hoorde ik hem de zijne al starten. Toen ik mijn kettingzaag in de werkplaats startklaar had, hoorde ik al een grote klap. Terug bij de boom had Angel hem al omgezaagd en was bezig alles in hapklare brokken te zagen. Een uur later was alles aan kant en zaten we alweer aan de koffie.